Toegankelijkheid

Grolloo van verleden tot heden

ENKELE OUDE DORPSGEBRUIKEN

Het is wellicht zinvol om binnen het kader van dit boek een aantal oude dorpsgebruiken te noemen. Temeer omdat sommige van deze gebruiken vandaag nog altijd in ere worden gehouden. Een oud spel dat soms in Grolloo herleeft is het blokgooien. De deelnemers aan het spel gooien een ronde kei in de richting van een houten blok. Elke deelnemer legt één of meer centen op het blok met de waarde naar boven en gooit vervolgens vanaf het blok met een steen naar een flint (zwerfkei) op plm. 30 meter afstand van het blok. Wie de flint raakt mag het spel beginnen. Als deze door meerderen wordt geraakt mag diegene wiens steen er het dichtst bij blijft liggen als eerste op het blok gooien. Valt na een goede worp dit blok om dan mag de werper de leeuwen in de zak steken en de letten moeten weer op het blok.
Degene die het blok omver gooit mag zijn steen op een plek gooien die hem het geschiktst lijkt. Dan zijn de anderen aan de beurt. Als iemand de steen van een ander raakt dan moet deze de leeuwen die hij in zijn bezit heeft weer afstaan. Het spel wordt ook gespeeld met "diggels", kleine stukjes van kopjes en schoteltjes met een witte en een gekleurde kant.


 blokgooien

Blokgooien.


In verschillende streken in Drenthe en ook in Grolloo, zij het sporadisch, komt het nog voor dat, wanneer men een stierkalf te koop heeft, dit kenbaar gemaakt wordt door een bosje stro aan een boom bij de boerderij te binden. De voorbijgangers weten dan meteen dat daar een stierkalf te koop wordt aangeboden. Zodra het kalf is verkocht wordt het stro onmiddellijk van de boom afgehaald.

Het zijn vooral de oudere inwoners van het dorp die ons nog dikwijls herinneren aan lang vervlogen tijden. Velen zullen niet begrijpen waarom deze ouderen na een tweede kop koffie hun kopje omgekeerd op het schoteltje zetten. Anderen weten echter dat men hiermee duidelijk wil maken dat men niet meer wil drinken!. "Op ien bien köj niet loop'n" zeggen de Drenthen en daarom krijgen de gasten altijd twee koekjes bij de koffie of twee borrels als daar aanleiding toe is. Deze hartelijkheid waarmee men anderen ontvangt blijkt ook uit het feit dat men bij de oorspronkelijke Groller bevolking nooit op de bel hoeft te drukken om binnen te komen. Men gaat gewoon via de achterdeur naar binnen en roept hooguit nog een keer "Volluk" voordat men de woonkamer binnenstapt. Hier past ook bij dat iedereen iedereen bij de voornaam aanspreekt. Dit geldt ook voor jongeren t.o.v. ouderen. De dominee, de onderwijzer ("meester"), de burgemeester enz. worden in hun functie aangesproken.

Het spinnen van wol, een verschijnsel dat we de laatste jaren in stad en dorp weer veelvuldig tegenkomen, was vroeger in het dorp een gebeurtenis van betekenis, vooral voor de jongeren. De dochters des huizes waren vaak met dit spinnen bezig terwijl de ouders op visite waren. Zij kreeg dan meestal gezelschap van veel ongehuwde meisjes uit het dorp. Ook kwamen meisjes uit naburige dorpen vaak in de "spinstertied" te logeren om bij het vele spin werk te helpen. Zij werden spiensters genoemd. De jongens in het dorp wisten meestal al gauw waar een groep meisjes verzameld was om te spinnen en al snel trokken ze gezamenlijk naar een dergelijk "lös hoes". De meisjes hielden hier rekening mee en lieten dikwijls wel een deur open. In de boerderijen waar de jongens en meisjes verzameld waren werd het dan vaak een gezellige boel. Meestal had één van de jongemannen wel een trekharmonica bij zich en het duurde dan vaak ook niet lang of er werd vrolijk gedanst en gezongen. Er bestonden in vroeger tijd verschillende spelletjes door middel waarvan op deze spiensteravonden de jongens en meisjes met elkaar in contact kwamen. Het zal dan ook niemand verbazen dat uit deze spienstertijd veel huwelijken zijn voortgevloeid.

Grolloo is één van de vele Drentse dorpen waar het lopen met een haantje op een stokje op Palmpasen, de zondag voor Pasen, in ere wordt gehouden. Op deze dag trekken alle peuters uit het dorp voorafgegaan door het plaatselijke muziekkorps Crescendo met een mooi versierd haantje door de straten. Ook gaan ze langs de deuren in de buurt waar ze wonen en zingen daarbij dan vaak het volgende liedje:

"Haan tie op een stokkie
bedelt um een brokkie,
bedelt um een stukkie brood,
mörgen is mien haantie dood."


 De verschillende haantjes, gemaakt van wittebrood, zijn meestal prachtig versierd en alle onderdelen van het versierde haantje hebben hun eigen betekenis. Zo is de haan het symbool van de


 personen-504621 Een kinderfeest; haantie op een stokkie aan het begin van de jaren '60


vruchtbaarheid van de aarde, een vruchtbaarheid die omstreeks Pasen weer opnieuw begint. Ook het groen heeft hier mee te maken want het palmgroen wijst op het nieuwe leven dat spoedig komen gaat en de aarde weer groen zal maken. Tenslotte de waaiers, de slingers, het snoepgoed enz. Deze geven uiting aan de vreugde die er heerst over de nadering van het voorjaar, van het nieuwe leven.

Een ander oud gebruik dat in Grolloo nog springlevend is, is het branden van het paasvuur op Paasmaandag. Vele inwoners van Grolloo en ook veel hier aanwezige vakantiegasten kijken ieder jaar opnieuw naar dit boeiende schouwspel. Wordt tegenwoordig veel hout naar de paasbult gebracht door gemeentewerken en aldaar hoog opgestapeld door de Grolloër werktuigenvereniging, vroeger waren de jongens en meisjes uit het dorp vaak wekenlang na schooltijd hard aan het werk om voldoende hout bij elkaar te krijgen. En de laatste zaterdag werd dan dit werk voltooid. De inwoners van het dorp legden dan brandbaar materiaal langs de weg zoals oud meubilair, korven, papier enz. dat vervolgens door de jongelui werd opgehaald. Terwijl ze een grote geleende boerenwagen door het dorp voortduwden zongen ze meestal het volgende liedje:

"Hei'j nog olde maanden,
die wij Paosen braanden,
of 'n bossie stro of riet,
aanders braandt oes Paosvuur niet."

Nog niet zo lang geleden had Grolloo nog twee paasvuren. De dag dat het goed brandbare materiaal werd opgehaald ontspon zich altijd een hevige 'strijd' tussen de beide groepen jongeren rond de dorpssmid omdat deze veel goed brandbaar materiaal voorhanden had zoals bijvoorbeeld oude banden. Van deze activiteiten op de laatste zaterdag voor Pasen is niet veel meer over maar vermoedelijk zullen de vuren in Drenthe nog lang blijven branden. Ook hier staat de vruchtbaarheid weer centraal. Vooral vroeger waren de mensen veel meer op de natuur aangewezen dan wij tegenwoordig. En wanneer in het voorjaar door de eerste zonnewarmte de grond weer vruchtbaar werd was men zo blij en dankbaar dat men vreugdevuren ging ontsteken. Aldus is het paasvuur een heidens lentefeest; in de strijd tussen licht en donker wint het licht.

Sinds enkele jaren is in Grolloo het neutieschiet'n weer springlevend, waarmee een oud spel in ere is hersteld. Tijdens één van de Paasdagen organiseert de plaatselijke VVV tegenwoordig het neutieschiet'n op drie verschillende banen nl. in het Markehuis, in de kantine van De Berenkuil en in café Hofsteenge. Om het spel te spelen wordt een serie noten in een lange rij achter elkaar geplaatst. Enkele meters daarvoor is een streep getrokken en vanachter deze streep moet de werper met een stuiter (kogel of Bammert) proberen zoveel mogelijk noten van hun plaats te gooien. Gooit men de laatste noten, dus de noten die het verst bij de werper vandaan liggen, van hun plaats dan krijgt men punten, maar blijft de laatste noot liggen dan worden de weggeschoten noten als strafpunten geteld. Speelt men nu om de punten, vroeger waren de noten vaak inzet van het spel.

Op 11 november eert men in Grolloo nog altijd de heilige Sint Martinus - al moet wel vermeld worden dat dit gebruik in Grolloo nog niet zo erg oud is - De kinderen uit het dorp trekken veelal in groepjes langs de deuren om daarna thuis te komen met een zak vol snoep, fruit en muntstukjes.
Ze moeten hier wel iets voor doen want ze krijgen deze tractaties pas nadat ze een liedje hebben gezongen waarbij vooral de volgende tekst vaak te beluisteren valt:

"Sint Martinus Bisschop,
Roem van alle landen,
Dat wij hier met lichtjes lopen,
Is voor ons geen schande.
Hier woont een rijke man,
Die ons wel wat geven kan
Geef ons een appel of een peer,
Komen we 't hele jaar niet weer."

of

"Sint Martinus Bisschop,
met zien hoge hoed op
Met zien lange slipjas an,
daor komt Sint Martinus an.
Geef mij 'n appel of een peer,
Komen wij 't hiele jaor niet weer
t hiele jaor dat duurt zo lang
as mien lichtje brannen kan. "

 

Tijdens het zingen van dit liedje houden de kinderen zelfgemaakte of kant-en-klaar gekochte lampions in de hand. Vroeger werden die meestal gemaakt van een uitgeholde biet waarin allerlei fraaie figuren werden uitgesneden.

Een dag in het dorpsleven welke ook kan bogen op een lange traditie is oudejaarsdag en dan vooral oudejaarsavond. Eén van de meest in het oog lopende gewoontes op oudejaarsavond is het wegslepen van allerlei (agrarische) spullen, al is deze traditie in Grolloo minder oud dan in verschillende omliggende plaatsen. Alles wat zich op het erf van een woning bevindt wordt weggesleept naar een andere plaats. Vroeger gebeurde dit veelvuldig, tegenwoordig minder en er worden helaas de laatste jaren nog al eens wat spullen vernield. Op oudejaarsdag zijn practisch alle dorpsbewoners bezig alles wat buiten staat in de schuur of in huis te halen van vogelhuisje tot boerenwagens.

Dat het oude jaar moet worden uitgeknald en het nieuwe jaar met veel lawaai moet worden begroet is ook in Grolloo een onuitroeibare gewoonte geworden. Gebeurde dit vroeger met oude melkbussen waarin een hoeveelheid carbid werd gedaan om een explosie te bewerkstelligen, tegenwoordig koopt men in grote hoeveelheden duur knal- en siervuurwerk. Ook dit gebruik is zeer oud. Omdat de Germanen geloofden dat de geesten der gestorvenen, die wel eens nadelig het lot van de levenden konden beïnvloeden, op aarde konden terugkeren, trachtten zij hen met veel kabaal te verjagen.
En dan het nieuwjaarswensen. Bijna de gehele oudejaarsnacht en ook nieuwjaarsdag gaan inwoners van het dorp bij buren, kennissen en vrienden op bezoek om ze "veul heil en zegen" te wensen. Nieuwjaarsdag gebeurt dit alleen door de mannen want de vrouwen moeten thuisblijven om andere "neijaorwinners" gastvrij te onthalen. Oudejaarsnacht trekken groepen jongeren door het dorp en overal waar nog licht brandt gaan ze binnen om met de bewoners van het huis een borrel op het nieuwe jaar te drinken. Vaak is deze nieuwjaarsborrel een soort test voor nieuwe inwoners van het dorp. Wordt de groep jongelui 's nachts niet binnen gelaten of is men niet bereid een flinke borrel te schenken dan zal men de betreffende "nieuwelingen" nog niet als dorpsgenoten zien. Het daarop volgende jaar zal een nieuwe poging worden ondernomen. Het spreekt haast vanzelf dat de goede wensen voor het nieuwe jaar bij velen ondergeschikt zijn aan de behoefte aan een borrel.
Bijgeloof heeft rond het nieuwjaarwensen ook altijd een voorname rol gespeeld. Een oud verhaal hieromtrent is het volgende:
Wie op de tweede dag van het jaar een bezoek aflegde met de nodige goede wensen kon de gang van zaken op de boerderij sterk beïnvloeden. Wanneer er het eerst een vrouwspersoon kwam dan zouden er in het komende jaar allemaal of grotendeels vaarskalveren geboren worden. Was het een man, dan zou de veestapel alleen met stiertjes worden uitgebreid. Dit bijgeloof was zo sterk dat sommige boeren met een vrouw afspraken als eerste te komen. Ook de kinderen hebben zich in het dorp op nieuwjaarsdag altijd dapper geweerd. Zij wensten de grote mensen een "gelukkig neijaor" en vroeger: "Hej de jaorskoek'n al klaor? Een zeupie der bij, dat is goed veur mij."

Tenslotte nog iets over "knieperties" , "rollegies" en "jaorskoek'n", baksels die in de weken rond de jaarwisseling veel gegeten werden en worden. Overal waar je komt in de weken rond 31 december wordt naast de koffie een schoteltje met dit gebak gepresenteerd. Vroeger had elke familie een eigen bakijzer en ook nu is dit huishoudelijk apparaat nog in veel gezinnen te vinden. Nieuwjaarsijzers zijn vaak oude familiestukken die de kenmerken van hun bezitters dragen: de eigennaam of de voorletters van man en vrouw en vaak een jaartal. Dit alles in spiegelschrift zodat het leesbaar werd op de "jaorskoek'n". Ook komen afbeeldingen voor die iets vertellen over de maatschappelijke

 gvvth-028

Een bakijzer.



status van de eerste eigenaar: een burcht, een molen, een schip, een ploeg enz. Deze afbeeldingen kregen zo ongeveer de functie van een handtekening, een "familiewapen". Deze ijzers zijn bijzonder geliefde objecten geworden voor verzamelaars van antiek.

Hierboven zijn een aantal oude gebruiken opgesomd. Met name zijn die gebruiken genoemd die nu nog levend zijn in het dorp. Er valt veel meer over te schrijven en wij zijn dus lang niet volledig. Anderen hebben deze zaken veel uitvoeriger voor het nageslacht vastgelegd. Het resultaat van hun werk ligt in boekhandel of bibliotheek. Daarom gaan wij er hier niet verder op in. We besluiten met nog een enkele opmerking.

Van de oude gebruiken zijn er veel verdwenen. Dit heeft o.a. te maken met het feit dat de "naoberhulp" niet zo veel meer voorkomt. Toen er nog geen speciale voorzieningen waren was die veel meer nodig. Iedereen was geregeld aangewezen op hulp van anderen en hieruit vloeiden veel gebruiken voort. Werd er een buurman ziek dan ging het werk op de boerderij gewoon door omdat men gezamenlijk de helpende hand uitstak. Dit gold ook voor het hooien. Als men zag aankomen dat het hooi door regen niet tijdig binnengehaald kon worden hielp men de boeren die het hooi nog op het land hadden. Bij een geboorte brachten de buren pannen soep en ander voedsel en men informeerde veelvuldig naar de toestand van moeder en kind. De kraamvisites waren gezellige buurvrouwenbijeenkomsten. Iedereen mocht de baby even vasthouden. De kraamvrouw kreeg van familieleden vaak een krentewegge.
Het huwelijk is in Drenthe en ook in ons dorp altijd een bijzondere gebeurtenis geweest. De bruiloften waren feesten waar men vaak nog lang over sprak. Ook nu nog geldt het in Grolloo en wijde omgeving als een goed gebruik dat bezoekers van een bruiloft zoveel kunnen drinken als ze willen. Een goede bruiloft is een bruiloft waar het glas niet leeg staat. Als de gasten niet aangeschoten weggaan is het geen echte bruiloft geweest en wie aan deze traditie niet voldoet wordt al snel als een "kniepstuver" beschouwd.
Evenals de geboorte is ook het sterven zeer lang een zaak van de buren geweest. Elders in dit boekje wordt daar op in gegaan. Het is nog altijd gebruik dat er na een begrafenis wordt gegeten en koffie gedronken.
Door de jaren heen is er echter wel het één en ander veranderd maar veel kleine gewoonten bleven bewaard en zullen vermoedelijk nog heel lang bewaard blijven omdat ze diep geworteld zijn in het dorpsleven.