Toegankelijkheid

Grolloo van verleden tot heden

DE DORPEN

We kennen in Drenthe verschillende soorten dorpen nl. de Esdorpen, de Brinkdorpen en de Streekdorpen (veenkoloniën). Een brink kent Grolloo bijna niet.
We zouden Grolloo bij de esdorpen kunnen indelen. De eerste bewoners in Drenthe vestigden zich meestal op de iets hoger gelegen zandgronden, in de buurt van de beekjes om in ieder geval water te hebben. Ook groeide op de oeverstrook van de beekjes meestal volop gras voor het vee.
Rondom de nederzetting werden dan de akkers aangelegd en verderop was dan de heide voor de schapen. Waar geen water was voor mens en dier kwam ook geen nederzetting.
De ligging van een esdorp in een bosrijke streek, de oudste nederzetting, komt soms tot uiting in de naam, die dan eindigt met het achtervoegsel Loo of Lo, wat duidt op bos.
Ook Grolloo is vrijwel zeker een heel oud esdorp. Men kan zich de nederzetting Grolloo heel goed voorstellen in de directe nabijheid van het grote boscomplex het Grollerholt dat vroeger veel groter is geweest en zich uitstrekte tot voorbij Schoonloo. Rondom het dorp lag het land. De groenlanden de Holtmaden, de Rietmaden, Hult, Iemenmade, Delfharen enz. aan de zuidzijde. In het noorden de iets verder afgelegen Holten en aan de andere kant de Lagen en de Broeken.
Het esdorp was vroeger een zuiver agrarische nederzetting waar aanvankelijk niet anders dan boeren woonden.

De schout - of schulte -, de predikant met of zonder kerk, de schoolmeester - die ook vaak koster was -, de veldwachter, de molenaar en de scheper, allen zonder uitzondering waren ook boer. Ook de timmerman en de smid beoefenden de landbouw en hun levenswijze paste zich bij de boeren aan.
Zo was het esdorp dan bij uitstek een boerendorp. Dit laatste drukte zijn stempel op vorm en leven. Het is het wooncentrum, dat het middelpunt vormt van de marke en dat daarom dan ook niet los is te denken van de Marke-organisatie.