Financiele zaken
Bron: zie De Boerderij
De afbeeldingen worden allen weergegeven in een maximale breecte van 800 pixels. De werkelijke maten variëren heel sterk. De documenten worden zoveel mogelijk weergegeven in chronologische volgorde. (LR)
Toevoeging:
Op veel rekeningen en nota's zien we een zegel geplakt. Deze zegel is een vorm van belasting. De onderstaande link verwijst naar een krantenartikel uit de Nieuwe Amersfoortsche Courant van 30 juli 1892, waarin duidelijk wordt dat men niet zo blij was met deze vorm van belasting.
https://archiefeemland.courant.nu/issue/NAC/1892-07-30/edition/0/page/1
Een schultbekentenis
Op 7 November 1934 werd door Notaris Lydius Venema bijgaande Schultbekentenis opgemaakt.
De stamkaart
Bron: Wikipedia
Stamkaarten (Tweede Wereldoorlog)
De volgende distributiebescheiden zijn tijdens de bezetting in Nederland van kracht geweest.
- Eerste Distributiestamkaart
- Tweede Distributiestamkaart
- Tabakskaart
- Textielkaart
- Serviesgoed kaart
- Nieuwe bonkaart
- Lopende bonkaart
- Inlegvel
De Eerste Distributiestamkaart werd vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in Nederland ingevoerd. De kaart uitwisselen met anderen (familieleden en anderen) was verboden. De Tweede Distributiestamkaart werd door de Duitse bezetter ingevoerd om de duizenden onderduikers van voedsel af te snijden. (Deze mensen zaten veelal ondergedoken, omdat zij niet voor de Duitse bezetter wilden werken in Duitsland). Wie immers geen stamkaart had, kon geen bonnen krijgen en dus ook geen voedsel en andere goederen kopen. Om aan de Tweede Distributiestamkaart te komen, moest men zich eerst bij de overheid melden met het Persoonsbewijs. Was dit in orde (er waren wel vervalsingen in omloop), dan kreeg het Persoonsbewijs en de Stamkaart een controlezegel opgeplakt. Zat men ondergedoken (deze mensen hadden veelal een vervalst Persoonsbewijs), dan kon men zich niet legaal melden en dus verkreeg men geen stamkaart en dus ook geen distributiebonnen. Deze maatregel werd door het Ambtenarenverzet zorgvuldig gesaboteerd. Tot irritatie van de Duitse Overheid bleken er uiteindelijk meer stamkaarten verstrekt dan de bevolking volgens haar groot was, zonder dat duidelijk was waar gefraudeerd was.
Verzetsgroeperingen gingen dan ook tijdens de oorlog over tot het overvallen van de kantoren waar de bonnen werden bewaard, de distributiekantoren. De aldus verkregen bonnen werden verdeeld onder personen die onderduikers hadden, zodat men extra voedsel voor de onderduikers kon kopen. De meest spectaculaire overval was de Tilburgse zegeltjeskraak op 25januari 1944, waarbij 105.000 z.g. Rauterzegels ten behoeve van de Tweede Distributiestamkaart werden buit gemaakt.
Door een tekort aan allerlei grondstoffen werd vaak overgegaan tot surrogaatmiddelen. Op de Tabakskaart was tabak te verkrijgen. Dit was tegen het einde van de oorlog al lang geen gewone tabak meer zoals men die voor de oorlog kende. Tabak, van inferieure kwaliteit, werd ook wel in de eigen tuin gekweekt. Veel rokers dekten hun nicotinebehoefte met "bukshag". Zeep bestond uit klei en zand, vandaar de naam "kleizeep". Muntgeld was van zink gemaakt, schoenen van karton en papier. Ook andere zaken waren van surrogaat gemaakt. Het oorlogsbrood bestond deels uit aardappel- of peulvruchtenmeel, was donker van kleur en smaakte klef en zurig.
Op de Textielkaart was textiel te verkrijgen en met de Serviesgoed-kaart was serviesgoed te kopen. De zogenoemde Bonkaarten konden Vleeskaarten, Broodkaarten, Boterkaarten, Versnaperingskaarten en Bloemkaarten zijn. Ook was er een bonkaart Algemeen. Ook brandstoffen waren "op de bon". Bij de inlevering van brandstofbonnen werd door de leverancier voor die bonnen een bewijs van ontvangst verstrekt. Als er, bijvoorbeeld bij het transport van die brandstoffen (meestal steenkool), een controle plaatsvond moest een dergelijk ontvangstbewijs getoond worden, anders werden de brandstoffen in beslag genomen.
Een distributiestamkaart van na de oorlog - niet ingevuld
Distributiebonnen
Bron: Wikipedia
Distributiebonnen worden gebruikt indien maatregelen voor een eerlijke verdeling van goederen over de bevolking door middel van rantsoenering noodzakelijk zijn. Gedurende een oorlog of andere crisissituatie kunnen tekorten aan grondstoffen en/of voedsel optreden waardoor een verdeelsysteem moet worden ingevoerd omdat anders een deel van de gebruikers van voedsel en goederen hiervan verstoken raken. De bedoeling is bovendien hamsteren en speculeren tegen te gaan.
Om ervoor te zorgen dat iedereen tijdens deze tijden van gebrek toch aan grondstoffen en voedsel kan komen, kan een overheid overgaan tot de verstrekking van distributiebonnen. Wanneer een product als bijvoorbeeld koffie wordt gerantsoeneerd tot een pak per persoon, mag een winkel slechts een pak per persoon verkopen. Maar deze persoon kan meerdere winkels afgaan, of zijn gehele familie op pad sturen om ieder een pak koffie te kopen. Om de rantsoenering effectief te maken is daarom een controlemiddel nodig: de distributiebon.
Zowel in de Eerste Wereldoorlog als in de Tweede Wereldoorlog bestond in Nederland distributie, waarbij allerlei voedingsmiddelen en goederen "op de bon" waren. Ook ná de Tweede Wereldoorlog was nog een aantal jaren distributie nodig van schaarse artikelen. Om aan distributiebonnen te komen moest men in het bezit zijn van een zogenoemde door de overheid verstrekte Distributie-stamkaart. Wanneer men de bonnen had verkregen, kon men op in de kranten aangekondigde tijden de winkel bezoeken om gerantsoeneerde producten te kopen. Omdat iedereen op hetzelfde moment zijn bonnen moest inleveren, stonden voor de winkels lange rijen. Men had geld en distributiebonnen nodig, had men wel geld maar geen bonnen dan mocht er niet verkocht worden.
Op 11 oktober 1939 werd in Nederland suiker als eerste product in de Tweede Wereldoorlog alleen verkrijgbaar met bonnen. Vanaf januari 1940 gold dit ook voor erwten. Tot in de jaren 50 bleven veel goederen slechts "op de bon" verkrijgbaar, koffie was in 1952 het laatste product dat ten slotte weer vrij verkrijgbaar werd.
Scheurpremie grasland
Bron: Wieringer Courant van 3 april 1941
Voor het scheuren van grasland wordt een premie van ten hoogste f 100 per ha. gegeven. Hieraan zijn echter enkele voorwaarden verbonden.
Het te scheuren perceel moet zoodanig zijn, dat het als bouwland gebruikt, kans geeft op een redelijken oogst. Graslanden die of door den aard van den grond, of door de ongunstige ligging, b.v. door te hoogen waterstand, als bouwland weinig kans op een behoorlijken oogst geven, komen dus niet voor scheurpremie in aanmerking.
Het grasbestand van het te scheuren perceel moet zoo zijn, dat hiervan in 1941 een behoorlijke opbrengst aan gras verwacht had kunnen worden. Hieruit volgt dus dat klaverland, Westerwoldsch raaigras of versleten kunstweide, die toch gescheurd hadden moeten worden, niet voor scheurpremie in aanmerking komen.
Aangifte van reeds gescheurd of nog te scheuren weiland moest geschieden voor 15 Maart, rechtstreeks bij de Landbouw-Crisis-Organisatie, die beoordeelt, mede op advies van den productie-commissaris, of het perceel voor voorloopige goedkeuring in aanmerking komt.
Reeds in 1940 gescheurde perceelen, waarop nog geen hoofdgewas is geteeld en geoogst, komen eveneens voor een scheurpremie in aanmerking, indien deze waren aangegeven en goedgekeurd.
Wordt in 1941 vóór 15 Juli nieuw grasland of kunstweide aangelegd. dan wordt deze oppervlakte afgetrokken van het gescheurde oppervlak, behalve wanneer de inzaai is geschied onder een hoofdgewas. De bedoeling van de scheurpremie is, de oppervlakte bouwland te vergrooten. Wordt nieuw grasland aangelegd, dan wordt hierdoor de oppervlakte bouwland niet uitgebreid en heeft men dus ook geen recht op scheurpremie.
Is een stuk grasland door de landbouw-Crisis-Organisatie voor scheuren goedgekeurd, dan heeft hiermede de landbouwer nog geen recht op de scheurpremie. Het is er om te doen dat deze gronden een zoo hoog mogelijke opbrengst geven. Daarom is bepaald. dat, wil de teler voor deze scheurpremie in aanmerking komen, hij ook moet zorgen voor een goede bewerking en verpleging van het gewas. Worden de perceelen verwaarloosd of op onoordeelkundige wijze bewerkt, dan werkt de boer niet in het belang der voedselvoorziening en komt hij derhalve ook niet voor de premie in aanmerking.
Mislukt het gewas, of laat de stand te wenschen over door oorzaken, die liggen buiten de schuld van den teler, dan komt hij toch voor een scheurpremie in aanmerking.
In den loop van den zomer wordt voor elk perceel afzonderlijk de scheurpremie bepaald. Verder is de teler vrij in de keuze van de gewassen en mag hij dus alle niet verboden gewassen op het gescheurde grasland verbouwen, als hij zich maar houdt aan de beperkingen, die ten aanzien van haver, uien en groenvoeder gewassen zijn gegeven, behalve in gevallen dat de Landbouw -Crisis-Organisatie hem hiervan ontheffing heeft verleend.
5 april 1944 Afrekening scheur of teeltpremie
Abonnementen
Bron: www.drentheindeoorlog.nl
De bezetter wil af van alle dagbladen die in Drenthe verschijnen. Er komt een nieuwe krant genaamd 'Drentsch Dagblad', maar daaraan gekoppeld ook enkele nieuwsbladen. Er wordt met de bestaande dagbladen overlegd om ze te bewegen tot een fusie, zo meldt het nieuwe Drentsch Dagblad in een zeer kritisch 'Open Kaart'-commentaar op 13 juni 1942.
Er zijn dan blijkbaar al maandenlang 'ettelijke besprekingen gevoerd over concentratie der bladen'. Dat had moeten leiden tot een fusie van de 'onwillíge' organisatie achter de Provinciale Drentsche en Asser Courant en de Agrarische Pers, die dus het Drentsch Dagblad maakt en moet stoppen met het Agrarisch Nieuwsblad. Ook de Drentse uitgevers van nieuwsbladen stellen samenwerking met de nieuwe kranten niet op prijs. Veel van die nieuwsbladen brengen behalve lokaal ook landelijk en enig internationaal nieuws. 'De firma Boon wenschte zelfs heelemaal geen bespreking.' Op 13 juni is het geduld duidelijk op en worden diverse kranten gedwongen te stoppen.
Drentse dagbladen
Het 'foute' Drentsch Dagblad verschijnt tussen1942 en 1945. De krant neemt de plek in van de Provinciale Drentsche en Asser Courant, die dus moet stoppen op 30 mei 1942 en in april 1945 nog voor de Duitse capitulatie weer verschijnt. Directeur Clewits en hoofdredacteur Drenthen van de Provinciale Drentsche en Asser Courant krijgen een werkverbod van zes maanden. De commissie neemt hen kwalijk dat er tot de zomer van 1942 in de krant doorlopend artikelen met een nationaal-socialistische strekking hebben gestaan.
Het Nieuwsblad van het Noorden gaat wel door en publiceert pro-Duitse en antisemitische artikelen. Als een NSB-hoofdredacteur wordt geweigerd, volgt in juli 1944 alsnog een verschijningsverbod. De laatste verschijnt op 31 juli 1944. Opvallend is dat het personeel ook daarna geld blijft ontvangen. Na de oorlog krijgt de krant een publicatieverbod. Bij de perszuivering wordt de krant in hoger beroep gerehabiliteerd. Op 26 januari 1946 verschijnt de krant weer.
12 januari 1945 Abonnementsgeld Drentsch Dagblad
10 januari 1946 Abonnementsgeld Drentsch Landbouwblad
19 juni 1946 Abonnementsgeld Drentsch Landbouwblad
1 juli 1946 Abonnementsgeld Provinciale Drentsche en Asser Courant
31 maart 1948 Abonnementsgeld Provinciale Drentsche en Asser Courant
Wel niet zo zeer een abonnement, maar omdat er niet echt een rubriek is waar deze kwitantie over het jaar 1947 is onder te brengen, vindt u hier een kwitantie van de Vereniging voor Volksvermaken Grolloo en Omstreken. Omgemerkt kan worden dat men Vereniging hier niet meer als Vereeniging schrijft.
Inventarisatie van het Vee 1945
Op 2 November 1945 werd het Veeboekje door het Bedrijfschapo voor Vee en Vleesch gecontrolleerd.
Klik hier voor het het Veeboekje.
Inventarisatie Land- en Tuinbouw 1946
Balans 1948 opgesteld door het DLG
In 1948 werd onderstaande Balans opgesteld door het Drentsch Landbouw Genootschap (DLG).
Belasting, aanslagen en betalingen
- Loonbelasting en Vereveningsheffing september 1945
- Krantenknipsel Noodmaatregel Loonbelasting 1945
- Hondenbelasting 15 mei 1946
- Stortingsbewijs belasting 23 mei 1947
- Wijziging omzetbelasting 8 juli 1947
- Inkomstenbelasting 12 april 1948 jaar 1944
- Inkomstenbelasting 12 april 1948 jaar 1945
- Aanslagbiljet Waterschap Grolloër en Schoonloerveld 28 december 1948
- Herinnering inlevering aangiftebiljetten
- Aangifte belasting 1949 opgesteld door het DLG
- Overboeking tegoed belastingen 1949
Provinciale Drentsche en Asser Courant 23 mei 1940 belastingplicht
Loonbelasting en Vereveningsheffing september 1945
Krantenknipsel Noodmaatregel Loonbelasting 1945
Hondenbelasting 15 mei 1946
Stortingsbewijs belasting 23 mei 1947
Wijziging omzetbelasting 8 juli 1947
Inkomstenbelasting 12 april 1948 jaar 1944
Inkomstenbelasting 12 april 1948 jaar 1945
Aanslagbiljet Waterschap Grolloër en Schoonloerveld 28 december 1948
Herinnering inlevering aangiftebiljetten
Aangifte belasting 1949 opgesteld door het DLG
In 1950 werd het Rapport inzake de administratie van een landbouwer uit Grollo opgesteld door het Drentsch Landbouw Genootschap (DLG).
Overboeking tegoed belastingen 1949
Aangifte Ooorlogschade Goederen
Dienst enveloppen in oorlogstijd
Begeleidend Noodwet Ouderdomsvoorziening 31 oktober 1947
Bewijs Toekenning Noodwet Ouderdomsvoorziening 31 oktober 1947
Toekenning Ouderdomsuitkering 31 oktober 1947
Jaarrekening over het jaar 1949 opgesteld door het DLG
In 1950 werd het Rapport inzake de administratie van een landbouwer uit Grollo opgesteld door het Drentsch Landbouw Genootschap (DLG).
Klik hier voor het het Rapport.
Rekening Notaris Van Halsema
Hieronder treft u een rekening aan van Notaris Van Halsema, gemaakt op 23 April 1949.