Toegankelijkheid

Beurs voor A. Sanders

Onderstaand een weergave van het verslag van een vergadering van het provincie-bestuur, waarin wordt geschreven over het besluit om A. Sanders een beurs te geven, teneinde een gestarte opleiding af te kunnen maken.

Dit alles, omdat zijn huidige school ophield te bestaan. Op deze school had hij, getuige onderstaand bericht, ook een beurs.

 

Bron: Provinciale Drentsche en Asser Courant 4 oktober 1900

19001004 krant PDAC Sanders verdient beurs

 

Als punt 13 op de agenda:

13. Komt aan de orde met het daaromtrent door
de Commissie van Rapporteurs uitgebracht verslag -
de brief van Gedeputeerde Staten d.d. 4 October
1901 nº. 32 en het daarbij met advies ter tafel ge
bracht aan de Staten gericht adres d.d. 23 September
1901 van A. Sanders te Grolloo , gemeente Rolde ,
aan wien met ingang van den cursus van de afdee
ling winterlandbouwschool der van Swietenlandbouw
vakschool te Willemsoord in October 1900 een der
twee beurzen ieder van f 100.- ' s jaars is toegekend ,
te dien einde beschikbaar gesteld bij Staten-besluit
van 10 Juli 1900 nº. 16 , houdende het verzoek hem ,
wegens de sluiting van boven genoemde landbouw
vakschool , toe te staan de lessen gedurende het 2de
leerjaar, onder het genot eener beurs , te volgen aan
de Rijkslandbouwwinterschool te Dordrecht.
Gedeputeerde Staten stellen voor hun College te
machtigen om aan Albert Sanders te Grolloo , in
plaats van één der beurzen van f 100.-, beschikbaar
gesteld bij Statenbesluit van 10 Juli 1900 nº. 16 ,
eene beurs van f 100.- toe te kennen , voor het vol
gen der lessen gedurende het 2de leerjaar aan de
Rijkslandbouwwinterschool te Dordrecht.
Onder mededeeling, dat men zich in alle afdeelingen
kon vereenigen met het voorstel van Gedeputeerde
Staten , stelt de Commissie van Rapporteurs voor
conform dat voorstel te besluiten .

 

 

BIJLAGE 111A

PROVINCIAAL BESTUUR VAN DRENTHE,

Nº. 32.
ASSEN , den 4 October 1901 .

ONDERWERP :
Adres A. Sanders te Grolloo
om toekenning eener provinciale
beurs voor het volgen der lessen
aan de Rijkslandbouwwinterschool
te Dordrecht.

Bij Uw besluit van 10 Juli 1900 nº. 16 werden voor het volgen van de Afdeeling winterlandbouw
school der van Swieten - landbouwvakschool te Willemsoord 2 beurzen , ieder van f 100.- s'jaars, beschikbaar gesteld voor jongelieden uit deze . Provincie, niet behoorende tot de bevolking der Maatschappij van Weldadigheid , die naar het oordeel van College daartoe geldelijken steun noodig hadden , en werd ons opgedragen de voorwaarden voor het verleenen van die beurzen te bepalen en verder voor de uitvoering van dat besluit zorg te dragen .

Één der beurzen voor de andere meldden zich geene liefhebbers aan werd door ons bij besluit van 5 October 1900 nº. 48 , met ingang van den cursus in October 1900 , toegekend aan Albert Sanders te Grolloo, gemeente Rolde.

Bedoelde leerling deed in het voorjaar van 1901 met gunstigen uitslag het overgangsexamen naar de 2de klasse en zou dus , daar de cursus aan genoemde school over twee winterhalfjaren loopt , ook gedurende het 2de leerjaar onder het genot eener provinciale beurs de lessen aan de winterlandbouwschool hebben kunnen volgen.

Gelijk U echter uit het hierbij gevoegd schrijven van Commissarissen der Maatschappij van Weldadigheid d.d. 9 September 1901 nº. 1549 zal kunnen blijken , hebben deze zich , wegens gebrek aan leerlingen , verplicht gezien de Gerard Adriaan van Swieten Landbouwschool te sluiten , tengevolge waarvan de leerlingen dier school genoodzaakt zijn , om , zoo zij dit wenschen , hunne studiën op andere inrichtingen te voltooien . Het is op grond daarvan dan ook , dat de leerling A. Sanders zich bij het hiernevensgevoegde adres van 23 September 1901 tot Uwe vergadering wendt , met het verzoek hem toe te staan de lessen gedurende het 2de leerjaar, onder het genot eener beurs , te volgen aan de Rijkslandbouwwinterschool te Dordrecht.

Het komt ons voor, dat voor de inwilliging van adressants verzoek alleszins termen aanwezig zijn . Bij de toekenning der beurs in October 1900 werd aan Sanders de gelegenheid geopend om met steun uit de Provinciale fondsen de lessen gedurende den geheelen cursus (dus ook gedurende het 2de leerjaar ) aan de Afdeeling winterlandbouwschool te volgen .

Hij is daarin door de opheffing der school , dus door omstandigheden geheel van zijn wil onafhankelijk , verhinderd geworden , zoodat ons gevoelen de billijkheid medebrengt het den belanghebbende mogelijk te maken in dit bijzondere geval zijne studiën onder het genot eener provinciale beurs gedurende het 2de leerjaar aan eene andere school voort te zetten .

Wij hebben dan ook de eer Uwe vergadering voor te stellen ons College te machtigen om aan Albert Sanders te Grolloo, gemeente Rolde, in plaats van één der beurzen van f 100.- , beschikbaar gesteld bij Uw bovenaangehaald besluit van 10 Juli 1900 nº. 16 , eene beurs van f 100.- toe te kennen , voor het volgen der lessen gedurende het 2de leerjaar aan de Rijkslandbouwwinterschool te Dordrecht.

Wordt ons voorstel door U aangenomen , dan stellen wij ons voor de benoodigde som van f 100. te bestrijden uit den post voor Onvoorziene Uitgaven der begrooting van enkel provinciale inkomsten en uitgaven ”, zoodat wijziging van de begrooting ons niet noodig voorkomt.

Voor de terugzending te zijner tijd van het schrijven van Commissarissen der Maatschappij van Weldadigheid d.d. 9 September 1901 nº. 1549 houden wij ons beleefd aanbevolen .

Gedeputeerde Staten der provincie Drenthe ,
VAN SWINDEREN , Voorzitter.
G. W. VAN DER FELTZ , Griffier.


BIJLAGE 111B

MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID.

Beschermvrouw : H. M. de Koningin -Moeder,
Nº. 1549.
FREDERIKSOORD , 9 September 1901

Antwoord op schrijven dato. 23 Augustus 1901 1
Afd . G. S. nº. 3387/1561 .

Door gebrek aan leerlingen zijn Commissarissen der Maatschappij van Weldadigheid verplicht de Gerard Adriaan van Swieten Landbouwschool te sluiten. Door het benoemen van den Directeur Leeraar dier school tot Rijkslandbouwleeraar is het opheffen dier school vervroegt , van daar dat een drietal leerlingen die dit voorjaar het overgangsexamen tot de 2de klasse van de Landbouwwinterschool hebben gedaan op eene andere inrichting van dien aard hunne studie zullen moeten voltooien. Onder die leerlingen behoort ook A. Sanders aan wien eene beurs van f 100.- door Uw College is verleend.

Bedoelde leerling verzoekt alsnu die beurs te mogen ontvangen tot het beëindigen van zijne studie aan de Rijkslandbouwwinterschool te Groningen. Aangezien het zeer te betreuren zou zijn als A. Sanders zijne studie niet zou kunnen voortzetten , hebben wij de eer Uw College eerbiedig te verzoeken in dit speciale geval de gevraagde beurs wel te willen toestaan.

Aan den Directeur der Rijkslandbouwwinterschool is het verzoek gericht om A. Sanders in de 2de klasse toe te laten.

Commissarissen der Maatschappij van Weldadigheid ,
VAN NAAMEN , Loco - Voorzitter.
W. J. v . W. RENGERS , Secretaris.


 

BIJLAGE 111C

Aan
het College van Provinciale Stalen
van Drenthe.

Geeft met verschuldigde gevoelens van eerbied te kennen , ondergeteekende, Albert Sanders , dat hij ten vorige jare eene provinciale toelage heeft gehad van 100 gulden , om hem in staat te stellen de land bouwwintercursus te Willemsoord te kunnen volgen ; dat de school te Willemsoord door de betrokken autoriteiten is opgeheven , zoodat hij zich om zijne studie te kunnen voleindigen zich heeft aangemeld voor het 2de leerjaar aan de Rijkslandbouwwinter cursus te Dordrecht:
dat hij U thans beleefd verzoekt wel te willen besluiten , dat hem voor het tweede studiejaar eene provinciale toelage van 100 gulden wordt verstrekt.

' t Welk doende , met verschuldigde gevoelens van eerbied en hoogachting,

Uw dw . dn. ,
A. SANDERS.
Grolloo , 23 September 1901.


 

BIJLAGE 111D

VERSLAG van de Commissie van Rapporteurs betreffende de missive van Gedeputeerde Staten van 4 October 1901 no . 32 , daarbij met advies ter tafel brengende een aan de Staten gericht adres van A. Sanders te Grollo ( gem . Rolde), d.d. 23 September 1901 , aan wien met ingang van den cursus van de afdeeling winterlandbouw school der van Swietenlandbouwvakschool te Willemsoord in October 1900 een der twee beurzen ieder van f 100.- ' s jaars is toegekend, te dien einde beschikbaar gesteld bij Statenbesluit van 10 Juli 1900 no. 16, houdende het verzoek hem , wegens de sluiting van bovengenoemde landbouwvakschool toe te staan de lessen gedurende het 2de leerjaar, onder het genot eener beurs, le volgen aan de Rijkslandbouw winterschool te Dordrecht.

In alle afdeelingen kon men zich vereenigen met het voorstel van Gedeputeerde Staten . De Commissie van Rapporteurs stelt voor te besluiten conform dat voorstel.

Assen , 5 November 1901 .
De Rapporteur,
J. J. WILLINGE.
De Voorzitter,
F. L. TONCKENS.
Het Lid ,
W. TIJMES.