Toegankelijkheid

De brand van 3 juli 1922

Brand in Grolloo 1922 (Hoofdstraat Amerweg)

 

1922 voor en na de brand

 

 

De dorpsschool was een minuut of tien uit toen geroep van brand en klokgebeier de mensen uit hun huizen deed hollen. Er was brand uitgebroken in de schuur van landbouwer Mensing. Man en vrouw waren naar de akker, het kleinste kind van ruim een jaar lag in bed. Gelukkig kwam de vrouw van kleermaker Leever op de gedachte dat er een kind in huis kon zijn. Haar man holde naar het brandende perceel en wist nog juist bijtijds door het inslaan van een raam de kleine te redden. De schuur stond toen reeds in lichterlaaie. Van alle kanten snelden mensen toe, doch men stond machteloos tegen de vuurzee die met woeste kracht om zich heen greep. De huizen van Stevens en Abbingh brandden in een mum van tijd. Angstig schreiende vrouwen trachtten tevergeefs nog iets van hun have en goed te redden. De drie genoemde huizen lagen binnen een kwartier tegen de grond. In de stal van Abbingh verbrandden een paard, drie kalveren en enige varkens, bij Mensing en Stevens eveneens een paar varkens. Intussen was de brand overgeslagen op de woningen van L. Gommers, de weduwe Van Belkum en H. Brands. De stevige zuidwestenwind blies de brandende rietdelen verder over naar de woningen van A. Frome en L. Huizing, die ook met riet gedekt waren. Ook deze huizen brandden als pek en zwavel.

Aan redding viel niet meer te denken. De van het land teruggekeerde mensen hadden inmiddels de brandspuit opgehaald en waren begonnen de huizen van de smid Kroeze en van Sijbring nat te spuiten. Gelukkig was het huis van Kroeze met pannen gedekt. De stookhut brandde weg doch het woonhuis en de smederij bleven gespaard. Burgemeester Reynders, gemeentesecretaris Hofkamp en gemeente-architect Hommes waren intussen met de politie in Grolloo gearriveerd. De brandweer van Rolde was onderweg. Ook de commandant van de Asser brandweer, Baakman, was gekomen om zo mogelijk hulp te bieden, doch er viel niets meer te redden. Omtrent de oorzaak tastte men in het duister. Naderhand kwam ook de Commissaris der Koningin persoonlijk de treurige toestand in ogenschouw nemen. Helaas zijn er bij gebeurtenissen als deze altijd nog mensen die trachten te profiteren. De politie hield een paar lieden uit Assen aan die met een zak vol schoenen en andere zaken er vandoor wilden gaan. De slachtoffers van de brand moest hulp geboden worden, want sommigen waren geheel geruïneerd.

 

De brandkuil aan de Achterstreek (nu Schoolstraat) met gezicht op de Middenstreekbrandkuil.jpg

 

Tijdens een onderzoek naar de familie Mensing kwamen veel zaken voorbij die deels met deze brand te maken hadden. Het jongste kind werd gered, maar waar waren de andere kinderen? Ze waren ten tijde van de brand 11, 9, 7 en 3 jaar oud. De oudste kan wel eens mee geholpen hebben op het land. De school was net uit. De één na jongste (3 jaar) ging nog niet naar school en was mogelijk bij de ouders op het land.
Het is onduidelijk gebleven hoe de brand is ontstaan. Binnen de familie werd niet gesproken over deze ramp. Grolloo was een kleine hechte gemeenschap. Dat heeft iets positiefs als het gaat om noaberschap, maar kan ook negatief werken als je mensen ergens op aankijkt. Hebben de andere gedupeerden het de familie Mensing kwalijk genomen dat de mogelijke oorzaak van de brand in hun pand ontstond? Lag er iets in de schuur wat kon broeien, of……Van opzet zal zeker geen sprake zijn geweest.

 Het Grolloo van toen met een blauw kader om de boerderij van Mensing.

kaart Grolloo rond 1880

 

 

In 1923 de wederopbouw. Op bijgaande kaart kun je de oude en de nieuwe situatie van het Kadaster zien. Onderling heeft men grond geruild, zodat het wat efficiënter werd.
Ook staan er namen in de tekening. Kadastraal werd het perceel van Mensing hernummerd naar O-1763. 


detail oude en nieuwe situatie 1922Op deze kaart is via de blauwe lijn de oude situatie van voor de brand te zien. Toen stond de boerderij van Mensing in het verlengde van de straat en had kadastraal nummer O-299 en was het 7.75 are groot. Met de herbouw werd de boerderij een kwartslag gedraaid en ruilde men wat grond met buurman Hendrik Stevens van Achterstreek 3/Schoolstraat 4. Stevens ruilde ook grond met Jan Roelofs Abbing van Achterstreek 1.
Nu werd Schoolstraat 2 kadastraal O-1763 en 9.85 are groot.


Oude en nieuwe situatie nav brand

 

 

In 1923 de wederopbouw. Op bijgaande kaart kun je de oude en de nieuwe situatie van het Kadaster zien. Onderling heeft men grond geruild, zodat het wat efficiënter werd.
Ook staan er namen in de tekening. Kadastraal werd het hernummerd naar O-1763.

 

Herbouw 1923 nav brand

 

 

Onderstaande krantenartikelen zijn deels verzameld en beschreven door Gesinus Lunsing. Een nadere verklaring kunt u vinden onde de brand van 1915. 

 


 

Drentsche en Asser Courant 4 juli 1922

Groote Brand te Grolloo.

maandag 3 juli 1922.

Acht woningen in asch gelegd.

Arme menschen.

Terwijl de drukte op de "NETA" [onderaan dit artikel vindt u informatie over de NETA - red.] in vollen gang was, terwijl muziek rondomme klonk en nie­mand dacht aan leed en smart, klonk daar plotseling de tijding: "Brand te Grollo ". Dank zij de vriendelijke hulp van den heer Dieters ( N. V. Wanderer) stond spoedig een auto gereed, die ons in snelle vaart naar het terrein van den brand voerde, waar wij het felle, ellendige leed zagen, - - aanschouwden in al de triestheid, van de macht des vuurs, dat in dezen vorm altijd vernietiging brengt van wat ons als bezit lief is. Ons bulletin op de "Neta" gedrukt bracht reeds de mare hoe groot de omvang was van dezen brand, en hoe acht huisgezinnen zonder woning zijn gekomen.

De tragedie van het lot!

De ellendige raadsels die het leven zoo zwaar en zoo moeilijk maken en die soms het woord "waarom" van de lippen persen, komen bij het aanschouwen van zulke ellende, van zulk een ramp, in al hun macht op je af en men blijft het antwoord schuldig. Slechts kunnen wij staren over de puinhopen, zwart en smerig, naar wat de mensch zich tot woning bouwde en weer opnieuw beginnen het werk van voren-af-aan; Zij het met de hoop op betere toekomst. Bijna zeven jaar geleden - Volgende week 10 Juli, is het juist zeven jaar geleden - trof het eenvoudige landelijke dorpje Grolloo, eenzelfde ramp. Ook toen vroeg en verkreeg het vuur voedsel van een aantal huizen, ook toen waren het de rietendaken, die oorzaak waren van meer uitbreiding van vernieling van 14 huizen. Vijf jaar geleden ging de school in vlammen op. Grolloo wordt wel geteisterd.

En ook thans zijn de rietendaken oorzaak geweest, dat een zoo groot aantal boerenhuizen vernield zijn, ook thans is het rietoorzaak dat zulk een ramp plaats kon hebben. Want huizen met pannen daken, vlak naast een brandend perceel, bleven ongeschonden, ongedeerd, terwijl verder op, aan den overkant, van de dorpskom of Brink, waar wel huizen totaal afbranden doordat het rieten dak vuur vatte door weggevlogen en door de wind opge­zweepte vuurstukken. Met ernst en nadruk wil de pers dan ook wijzen op het, vooral dáár waar de brandblusch-mid­delen gering zijn, gevaar van rieten daken. Als er brand komt in zulk een buurt, kan men er zeker van zijn, dat het meerdere huizen kost.

Thans de beschrijving van de ramp.

De dorpsschool was een minuut of tien uit, toen angstige kreten en geroep van brand, de men­schen uit hun huizen deed snellen. De klok beierde angstig. Er was brand uitgebroken in de schuur van den landbouwer Mensing. Man en vrouw waren naar den akker, het kleinste kind van ruim een jaar lag te bed. Gelukkig kwam de vrouw van de kleermaker Leever op de ge­dachte, dat er een kind in het huis kon zijn. Haar man snelde naar het brandende perceel en wist nog juist bijtijds door het inslaan van een raam de kleine te redden. De schuur stond toen reeds in lichter laaie. Van alle kanten snelden menschen toe, doch men stond machteloos tegen de vuurzee, die om zich heen greep met woeste kracht. De huizen van Stevens en Abbingh brandden in een minimum van tijd. Angstig schreeuwende vrouwen trachten nog iets van haar have en goed te redden, doch dit was niet doenlijk meer. De drie genoemde huizen lagen binnen een kwartier tegen de grond. In de stal van Abbingh verbrandden een paard, drie kalveren en enige varkens. Bij Mensing en Stevens ook een paar varkens.

lntusschen was de brand overgeslagen op de woning van L.Gommers, de wed. Van Belkum en H.Brands. De rieten daken van deze woningen waren een gereede prooi der vlammen. De stevige Z.W. wind blies de brandende rietdelen over naar de woning van A.Frome en L.Huizing, die ook met riet gedekt waren. Ook deze woningen brandden als pek en zwavel. Aan redden was niet te denken. De menschen van het land teruggekeerd, hadden inmiddels de brandspuit voor de dag gehaald en begonnen het huis van den smid Kroeze en dat van Sijbring nat te spuiten. Gelukkig was het huis van Kroeze met pannen gedekt. De stookhut brandde weg, doch het voorhuis en de smederij bleven gespaard.

De Burgemeester van Rolde, met de Secretaris en de gemeente-architect waren intusschen met politie in Grolloo gearriveerd. Ook de commandant der marechaussees met enkele man­schappen kwamen. De brandspuit van Rolde was onderweg. De Burgemeester trad kalm rege­lend op en onder leiding van de gemeente-architect werden verschillende brandende zodenho­pen, die nog steeds nieuw gevaar opleverden, gebluscht. De brandspuit van Rolde had hierbij ook een werkzaam aandeel. Van alle kanten waren nieuwschierigen komen opzetten om de groote verwoesting in oogen­schouw te nemen. Ook de commandant van de Asser brandweer, de heer Baakman, was hier­heen gekomen om zoo mogelijk hulp te bieden, doch er was niets meer te redden. Omtrent de oorzaak tast men in 't duister. De politie nam enkele menschen in verhoor. Het resultaat van haar onderzoek was, dat er aan kwaadwilligheid niet te denken valt. Vreeselijk is deze ramp. Een achttal gezinnen staan dakloos en beroofd van al hun bezitting­en. De meesten zijn zeer laag verzekerd. Men weet niet hoe men zich zal moeten redden. Voorloopig zijn de stakkers ondergebracht bij kennissen en familie.

Ziedaar de feiten.

Droevig en tragisch. Wanneer men het gezien had, dat op verschillende plaatsen nog voort­vretende vuurgloed, de afstralende hitte gevoeld had, den smerigen, stinkenden rook had ing­eademd, en daar boven de lage koepeling van de grijs-grauwe luchten waaruit onophoudelijk de regen neerplaste, dan - - - dan had ook gij iets gevoeld van een stemming die het best weergegeven kan worden door een huivering van ontroering en medelijden. Afgebrokkelde stukjes muren, het houtwerk of totaal tot asch vergaan of tot zielige stompjes houtskool ver­vormd - - - 't is alles het droeve beeld van vernieling, onbesuisde ontzettende vernieling. Dit is de plaats waar gisteren nog menschen woonden. Mensen met hun zorg, moeite, met hun vrede en blijdschap en wier bestaan door een vuurzee werd veranderd in het grauwe leed, in de zorg en ellende die men zwaar te dragen heeft. Beeld van ellende, verarming, dat bijbleef toen de snellopende auto ons teruggevoerd had naar de lichtende Neta, waar vreugde en blijdschap heerschte! Wat een scherpe tegenstelling. Wel om moede te worden, moede van heel - - heel veel!

19220704 krant PDAC brand

 

Later bericht.

In aansluiting met het bericht van gisteravond omtrent den grooten brand, die hier heeft plaats gehad, kunnen we nog melden, dat de heer Commissaris der Koningin persoonlijk den treuri­gen toestand hier in ogenschouw kwam nemen. Den geheelen nacht door heeft men bij de verschillende perceel en de wacht gehouden en nat gespoten, wat nog gevaar kon opleveren. Een woord van hulde aan de flinke blussers en helpers. Helaas zijn er bij gebeurtenissen als deze ramp altijd nog menschen, die trachten te profite­ren. De politie hield tenminste gisteravond nog een paar lieden uit Assen aan, die met een zak vol schoenen en andere zaken er van door wilden gaan. Vanmorgen zag men verschillende slachtoffers van de brand, wroeten in de puinhopen om nog iets terug te vinden van hun bezittingen. Het is een hartroerend gezicht. Verslagen staan velen naar hun oude woonstede te kijken. Hulp zal hier geboden moeten worden door allen die kunnen, want sommigen zijn geheel geruïneerd.

 

toevoeging door de redactie

NETA - In de jaren twintig van de 20ste eeuw was het en slechte tijd voor de nijverheid. Dit kwam waarschijnlijk als gevolge van de Eerste Wereldoorlog. Organisaties van ondernemers en middenstanders en B&W van Assen namen in het jaar 1922 het initiatief voor de Nijverheid en Electriciteits Tentoonstelling in Assen. De NETA opende haar deuren eind juni 1922 en werd een groot succes.

(informatie afkomstig uit de "Geschiedenis van Assen" uitgever Van Gorcum)

 

Drentsche en Asser Courant 22 juli 1922 (datum wrsch.)

Brand te Grolloo

19220722-krant-DAC-brandNatuurlijk!
U leest de advertentiën in de Asser Courant geregeld.
En als u nu heden in dit blad, uw oog laat gaan over de advertentie-rubrieken, en u komt aan
de advertentie van" Brand in Grolloo", wacht dan eens even.
En laat uw gedachten eens even gaan naar het kleine heide-dorpje Grolloo!

Kent u het plaatsje?

Ach, er is geen luxe, geen brede straten met mooie villa's of prachtige huizen, of lokkende winkels.
't Is er o zoo eenvoudig.

Eenvoudig als de heide zelf!
Denk dan verder na.
Daar waar de Brink gevormd wordt langs de weg of straat, vlak bij de dorpsingang, staan huizen. Heel eenvoudige huizen.

Maandag 3 Juli - die sombere regendag, herinnert u die nog? - brandden van die huizen er een zevental (acht-red.) af!
Denk na lezer.
Waar eens eenvoudige lieden een schuilplaats vonden, waar zij hun eenvoudig leven en klein geluk uitleefden, staan nu afgebrokkelde zwarte muren...een steenhoop is de plaats waar menschen woonden.
Denk...denk na, lezer!
Met die huizen, ging in vlammen op, huisraad, kleren, gereedschappen, doch óók nog - ­wat voor eenigen "bezit" was, - varkens, kippen; vee dus.
Beroofd van alles, staren vaders naar de plaats, waar zij woonden, staren moeders naar de plek waar zij haar kinderen verzorgden; staren kinderoogen, niet begrijpend nog de tragiek van het leven, naar waar zij speelden.
Als dit alles tot u komt, dan....?

Misschien hebt u zelf veel zorg, veel moeite in uw leven; misschien kent u geen zorgen en rolt het leven voort met vreugde, voor zover dit tegenwoordig mogelijk is, misschien....
Maar waartoe verder ?
Allen, allen voelen wij dat hier iets gedaan moet worden, dat hier hulp komen moet!
Neen, zeg nu niet "dan moeten ze maar verzekeren", kom nu niet met allerlei beschouwing­en. Als er iemand op 't punt is te verdrinken, redeneert u ook niet, dan helpt u , dan han­delt u? - welnu, daar in Grolloo verdrinken menschen in bittere zorg en armoede , de ver­zekering was zeker zeer
Redeneeren help
En daaruit, trek, als u dit leest en als uw geest sterk genoeg is geweest om het droeve tafereel van ruïne voor uw ogen te krijgen, tast dan in uw safe, portemonaie of portefeuille en zorg goed voor de arme families, die tot u opzi
Zend de Commissie-leden, wier namen u vindt onder de advertentie, iets, elke gift wordt dankbaar aanvaard.

............De wereld zie......
In ons volk, vereeningd

En krachtig door een wijsheid, die
Geen wonden slaat, maar
Een volk, dat, vreedzaam, goed en vroed,
Met zijn ervaring voordeel doet;
Waar allen samen werken
In ons een volk, vereenigd.
Om aller hand te sterken!

Toe! Zend nog heden, iets aan de Commissie tot hulpverlening.
Men is u er dank baar voor.

 

Drentsche en Asser Courant 22 juli 1922 (datum wrsch.)

Brand te Grolloo (Dr.)

-------------

 

Brand te Grolloo (Dr.)

-------------

19220722-krant-DAC-brand2.jpgOndergetekenden doen door dezen een beroep op den Nederlandschen Weldadigheids­zin ten behoeve van enkele slachtoffers van den hevigen brand, die onlangs te Grolloo acht gezinnen dakloos maakte.

Voorloopig zijn allen ge­holpen door dorpsgenooten, maar enkele gezinnen zullen krachtiger moeten gesteund worden, als financiëele ondergang zal worden verhoed. Geringe verzekering tegen brandschade en geene tegen bedrijfsstoring maken noodzake­lijk dat met eenig kapitaal de ergst getroffenen weer op gang worden gebracht.

Men zende bijdragen, groot of klein, aan één van de onderteekenden.

De Commissie beloofd oordeelkundige besteding der giften en openbare verantwoor­ding ten gemeentehuize te Rolde.

S. REIJNDERS, Burgem. te Rolde.

H.G. BRINK,

Herv. Predikant

te Grolloo. (Postrekening no. 11507, kantoor Assen.

J. TORENSMA, Hoofd der school te Grolloo.

A. HUIZING, Wethouder, Grolloo .

 

 

Ook krant Voorwaarts melde de brand op 4 juli 1922

19220704-krant-voorwaarts-brand

 

Nieuwe Rotterdamsche Courant 16 juni 1923

Uit het Jaarverslag der Nederlandsche Roode Kruis

19230616-krant-NRC-brand