Toegankelijkheid

vlag Duitslandvlag GB

 

 

De korenmolen van Grolloo

Bron:

  • de Nieuwe Drentse Almanak, 1992, W.Houtman
  • diverse kranten
  • molendatabase.org
  • en uit overlevering

 

Korenmolen van Bos

 

Naam Korenmolen van Bos
Ligging Westzijde v.h. dorp
Plaats Grolloo
Bouwjaar 1852
Verdwenen 1920/21 afgebroken
Type Grondzeiler
Aandrijving Windmolen
Functie Korenmolen



In 1844 richtte H. Brookman, korenmolenaarsknecht te Assen, zich tot de Gouveneur met het verzoek hem vergunning te verlenen voor het oprichten van een koren- en pelmolen te Grolloo. Als plaats voor de molen had hij een hoge hof gekozen bij het Westersche Zand van Grolloo. Eigendom van de boermarke van Grolloo, gelegen op 280 meter van de boerderij van Jan Westebring en 400 meter van de publieke weg. Westebring stond er positief tegenover, de boermarke wilde de grond gratis afstaan en de inwoners van Grollo zagen er veel "gerijf en gemak" in. Ook de mogelijkheid van pellen werd van belang geacht, omdat de ingezetenen hier veel gebruik van dachten te maken. Ondanks het onverdeeld gunstige advies van de burgemeester werd de aanvraag afgewezen. Brookman liet het er kennelijk niet bij zitten, want tot twee keer toe werd daarna nog advies aan de burgemeester gevraagd. Deze wees erop dat Grolloo 266 zielen (44 huisgezinnen) had en Schoonloo 85 (13 huisgezinnen), dat deze plaatsen op respectievelijk één en twee uur rijden van de molens van Rolde lagen en dat zich zelfs al een brood- en stoetbakker had gemeld, die zich in Grolloo wilde vestigen als daar een molen zou worden opgericht. Het mocht niet baten, het antwoord bleef afwijzend. Ten einde raad wendde Brookman zich tot Provinciale Staten met de klacht, dat het Ministerie van Financiën herhaalde malen zijn verzoeken om vergunning had afgewezen zonder redenen of gronden voor die afwijzing kenbaar werden gemaakt. De uit de Staten benoemde commissie, die hierover advies moest dienen, meldde na een dag al, dat ze zich bezwaard achtte een bepaald advies uit te brengen en stelde de zaak weer voor aan Gedeputeerde Staten over te geven. Dit college zou daarop dan moeten beschikken of handelen 'zoals zij vermenen te behoren'. De molen van Brookman is er niet gekomen. Maar waarom niet is onduidelijk gebleven.

molens1

De locatie van de molen volgens https://www.molendatabase.org

Grollo Bonnekaart positie molen

Positie van de korenmolen K.M. volgens Bonnebladen (1900-1930)

korenmolen-van-Grolloo

De korenmolen van Grolloo, getekend door Ronnie Bügel

Ingebracht door Bas Luinge


In 1849 diende Albert Bos, timmerman te Paterswolde, een verzoek in om een koren- en chikorijmolen te mogen bouwen in Grolloo. Hij had een stuk heide op het oog ten westen van de weg Grolloo - Amen, in eigendom van de Marke van Grolloo. De burgemeester, die ook ditmaal weer van advies moest dienen, meldde dat de molen op honderd meter van de publieke weg zou worden gebouwd en dat de roeden van de molen boven zwikstelling zouden draaien, zodat er geen gevaar voor derden te duchten zou zijn. De oude argumenten, die voor de bouw van een molen pleitten, werden opnieuw naar voren gebracht. Ditmaal werd daaraan toegevoegd, dat de afstand tot Rolde sommigen ertoe deed besluiten het koren ongemalen aan de varkens en het vee te voeren. Hij wees er verder op, dat in Smilde, Westerbork, Borger, Odoorn, Ruinerwold, Eelde en Rolde reeds meer dan één molen tot stand was gekomen. Dan was ook één molen voor Rolde toch niet te veel gevraagd. De Controleur van Belastingen was niet overtuigd en liet zich nogmaals informeren over de waarschijnlijkheid, dat de ingezetenen van Amen hun graan in Grolloo zouden laten malen en voorts hoe groot de afstand was en de toestand van de weg. Ondanks alle positieve brieven beschikte het Ministerie van Financiën negatief op de aanvraag van Bos.

 

18510815 krant PDAC molen Bos

18510815 krant PDAC molen Bos

 

Men liet het er echter niet bij zitten met al resultaat, dat er in october 1852 een mededeling van de minister van Financiën kwam, dat hij namens de Koning aan A. Bos vergunning verleende een windkorenmolen op te richten onder voorwaarde dat deze niet dichter dan honderd meter van de openbare weg werd geplaatst en de bouw binnen een jaar zou plaats vinden.

 

 

 

18521027 krant NieuweDrentschecourant molen Bos

18521027 krant NieuweDrentschecourant molen Bos

Wanneer de molen exact voltooid was is niet exact na te gaan, maar uit de afloop van een twintig jarig termijn van vrijdom van grondbelasting per 1 januari 1873 kan worden afgeleid dat de molen er begin 1853 gestaan moet hebben. De molen werd gebouwd op heidegrond van de onverdeelde Marke van Grolloo, gelegen ten westen van de toenmalige weg vanaf de Pol te Grolloo naar Amen. In 1854 werd een apart kadastraal perceel gevormd, uitmakende korenmolen en erf, doch dit werd eerst bij de markeverdeling van 1856 op naam van Bos gesteld.

 

 

18530413 krant NieuweDrentsecourant molen Bos eerste steenlegging

18530413 krant NieuweDrentsecourant molen Bos eerste steenlegging

 

 

18530713 krant PDAC molen vergunning

18530713 krant PDAC molen vergunning

 

18531130 krant PDAC molen verkoop Bos Eelde

18531130 krant PDAC molen verkoop Bos Eelde

 

De verdere ontwikkelingen in chronologische volgorde zijn als volgt:

  • 1854: ontstaan van kad. perceel E 710, korenmolen en erf, groot 30 ca. t.n.v. de Markgenoten van Grolloo
  • 1856: Perc. E 710 wordt bij de Marke verdeling nr. E 929, moolen, 30 ca. Op naam gesteld van A. Bos, moolenaar te Grollo
  • 1867:Advertentie dat op 2 maart publiek wordt verkocht een goed onderhouden beklante koren- en pelmolen. Advertentie, dat op 16 maart finaal en bij palmslag "eene goed onderhouden en beklante nieuwe stenen kooren- en pelmolen, de enige in dat kerkdorp, met daarbij gelegen grond ingezet is op fl. 3650,-- wordt verkocht.
  • 1867: verkoop aan Arend Smit, landbouwer, Grollo

 

18670216 krant PDAC verkoop molen Bos

18670216 krant PDAC verkoop molen Bos

 

18670305 krant PDAC verkoop molen en bakkerij Bos

18670305 krant PDAC verkoop molen en bakkerij Bos

 

18670309 krant PDAC verkoop molen bakkerij Bos boerderij Bakker

18670309 krant PDAC verkoop molen bakkerij Bos boerderij Bakker

 

18670615 krant PDAC verkoop molen bakkerij Bos

18670615 krant PDAC verkoop molen bakkerij Bos

 

18670706 krant PDAC verkoop molen bakkerij Bos

18670706 krant PDAC verkoop molen bakkerij Bos

 

18670712 krant Leeuwarder Courant koren en pelmolen tekoop

18670712 krant Leeuwarder Courant koren en pelmolen tekoop

 

18671123 krant PDAC verkoop boeldag huis Bos

18671123 krant PDAC verkoop boeldag huis Bos

 

18680222 krant PDAC verkoop boeldag Uge Bos

18680222 krant PDAC verkoop boeldag Uge Bos

 

 

  • 1868: verkoop aan Hendrik Westerling, molenaar, Grollo

 

18680225 krant PDAC molen knecht gereedschap Westerling

18680225 krant PDAC molen knecht gereedschap Westerling

 

 

  • 1876: verkoop aan Bastiaan Haange, wethouder, Rolde
  • 1877: wegens hermeting perc. E 929 gewijzigd in O 165, windkoornmolen, 30 ca.
  • 1884: wegens vererving molen op naam gesteld van Willem Haange en cons, Bakker, Rolde

 

18720123 krant PDAC tekoop bakkerij herberg winkel

18720123 krant PDAC tekoop bakkerij herberg winkel

 

 

  • 1892: wegens vererving en boedelscheiding molen t.n.v. Roelof Luinge, bakker en molenaar Grollo. Roelof was gehuwd met Aaltje Haange; ze hadden als kinderen Bastiaan (molenaar) en Jan (bakker).
  • 1922: In de akte van scheiding van de boedel van wijlen Roelof Luinge (overl. 05/08/'22) wordt perc. O 165 toegewezen aan zijn zoon Bastiaan luinge, molenaar, Grollo, geh. met L. Sijbring. Opvallend is dat in de akte niet meer over een molen wordt gesproken.
  • 1924: wegens vererving komt perc. O 165 t.n.v. Bastiaan en zijn kinderen Aaltje en Sikko (geb. 1917)
  • 1950: Eerst m.i.v. dit jaar, toen het perceel ten name stond van L. Geerlig - Sijbring, voordien wed. van B. Luinge, werd de molen van de kadastrale kaart gepoetst en de 'belastbare opbrengst gebouwd' voor de molen uit de kad. legger verwijderd. Gevolg daarvan is, dat tot 1950 nog grondbelasting voor de molen betaald moet zijn.


De molen is in werkelijkheid afgebroken in 1920 of 1921 door de bekende molenbouwer Vlieghuis uit Borger. Deze verzorgde ook altijd het onderhoud. De molen was van het type grondmolen en betrekkelijk klein. In de laatste jaren, na 1914 draaide hij slechts zo nu en dan. De oorzaak hiervan was, dat in 1914 besloten werd om als opvolger van het handkrachtfabriekje een stoomzuivelfabriek te bouwen en daaraan tevens een korenmalerij te verbinden. Bij akte van 25 maart 1914 werd opgericht de 'Coöperatieve Stoomzuivelfabriek en Korenmaalderij Vooruitgang Zij Ons Doel' (V.Z.O.D.). Als vaste mulder werd toen Bastiaan Luinge benoemd. Het wegje vanaf de Amerweg langs de noordzijde van de molen heette het Meulendiekie. Het werd later aangekocht door Hendrik Hadders die het aanmaakte bij zijn land. Een molensteen van Sikko Luinge aan de Amerweg te Grolloo is thans nog de enige tastbare herinnering aan de korenmolen van Grolloo.


molens6

 

 

De molensteen van de windhorenmolen van Grolloo, tot ongeveer 1920 in bezit van defamilie Luinge, heeft jarenlang de voortuin van Sikko Luinge en Roelfien Hebels in Grolloo, gesierd. (foto Geert Kamphuis)



Volgens de boeken van Wouda, zeilmaker te Meppel huurde de molen de zeilen van 1876 tot 1917, er werden zeilen gehuurd van 68 voet. Waarschijnlijk is hier in Drenthe gebruik gemaakt van de Amsterdamse voet, deze is ruim 28 cm. andere maten zijn de Utrechtse stadsvoet (26,8 cm). De Friesche koningsvoet(32,6 cm), de latere Friese of Deventer houtvoet (29,5 cm)