De Meulen van Grol
De tekst op de plaquette
In 1844 wilde H. Brookman, korenmolenaarsknecht te Assen, al een koren- en pelmolen in Grolloo bouwen, maar hij kreeg geen vergunning. Omwonenden, de Boermarke en alle inwoners van het dorp wilden graag meewerken. Hulp van de burgemeester mocht niet baten. Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten, alles werd in stelling gebracht, doch de molen kwam niet.
Vijf jaar later probeerde Albert Bos een molen te bouwen. Met nog sterkere argumenten en de inzet van de lokale politiek werd het Ministerie van Financiën niet overtuigd. Grolloo kreeg weer geen molen.
De aanhouder wint en in oktober 1852 liet de minister weten dat hij namens de Koning de heer Bos een vergunning mocht verlenen. Zeker is dat de molen er in ieder geval in 1853 stond. Albert Bos kreeg in 1856 het perceel waar de molen op stond op zijn naam.
In 1867 werd "eene goed onderhouden en beklante nieuwe stenen kooren- en pelmolen, de enige in dat kerkdorp, met daarbij gelegen grond” verkocht aan Arend Smit. Tot 1892 was de molen enkele keren van eigenaar gewisseld, maar in dat jaar kwam het in bezit van de laatste molenaar van Grolloo, de heer Bastiaan Luinge.
De molen is in 1920 of 1921 afgebroken. De molen was van het type grondmolen en betrekkelijk klein. In de laatste jaren, na 1914 draaide hij slechts zo nu en dan. De oorzaak hiervan was, dat in 1914 besloten werd om als opvolger van het handkrachtfabriekje een stoomzuivelfabriek te bouwen en daaraan tevens een korenmalerij te verbinden. Al hetgeen bekend is over de molen, is na te lezen op de website van Stichting Old Grol. U bereikt dit door de QR-code te scannen.
Het zandweggetje vanaf de Amerweg langs de noordzijde van de molen heette het Meulendiekie. Een ander weggetje, iets zuidelijker in het dorp noemde men het Dwarsdiekie. De huidige zandweg tussen De Pol en de Vredenheimseweg ligt dwars op het voormalige Meulendiekie. Een combinatie van die twee namen heeft in 2023 geleid tot de naam Meulendwarsdiek, waarmee de “Meulen van Grol” iets meer dan 100 jaar na de afbraak weer een plaatsje krijgt in het dorp.