Toegankelijkheid

 

Onderling Boerenverzekeringsfonds 1947

 

Uit het Verkort Verslag lezen we:

Sedert de verschijning van ons laatste verkort verslag (over 1943) zijn er enkele jaren verstreken, welke op bijzondere wijze, in onze herinnering zullen blijven gegrift. Op de donkerste maanden der bezetting, gedurende welke ons kantoor door de niets en niemand, ontziende maatregelen voor tewerkstelling moest worden gesloten, volgde eindelijk de bevrijding en hoopte vrijwel een ieder zijn krachten te kunnen inzetten voor het herstel en den wederopbouw van het vaderland. Dat daarbij teleurstellingen tot nu toe niet zijn uitgebleven is een niet te miskennen feit, maar toch zijn er sedert de bevrijding op velerlei gebied bijzondere prestaties geboden, welke vertrouwen blijven schenken, dat ons volk erin zal slagen den chaos, waarin de bezetter ons land achterliet, te overwinnen.

 

19470301 Onderling BoerenverzekeringsfondsKlik hier voor het Verkort Verslag van het Onderling Boerenverzekeringsfonds te Leeuwarden over de jaren 1944 en 1945.

 

Statuten Onderling BoerenverzekeringsfondsStatuten Onderling Boerenverzekeringsfonds te Leeuwarden (waarschijnlijk 1948)

Klik hier voor de Statuten Onderling Boerenverzekeringsfonds.

Bron onderstaande informatie: www.archieven.nl

Dit fonds werd opgericht in 1922. Het heeft er van meet af aan naar gestreefd in heel Nederland aktief te zijn. Dat streven werd beloond. In Noord-Holland, Drenthe en Gelderland werd al gauw belangstelling getoond voor het OBF. En dat terwijl het in Friesland maar moeizaam van de grond kwam. Het fonds groeide, maar het ging, vooral in de eerste jaren, bepaald langzaam.

De doelstellingen werden in het reglement aldus omschreven:
'Het fonds sluit verzekeringen voor uitkeeringen bij overlijden, gemengde verzekeringen, pensioenverzekeringen en weduwen-pensioenverzekeringen, tegen premie-betaling, die in geen geval langer duurt dan tot het bereiken van den 65-jarigen leeftijd'. *

Op den duur bleven alleen de levensverzekeringen over. In de tweede helft van de zestiger jaren werd besloten dat in het vervolg ook niet-agrariërs zich bij het fonds konden aansluiten. Dat had een naamswijziging tot gevolg: voortaan heette het bedrijf 'Onderlinge Levensverzekeringsmaatschappij OBF'.
De algemene ledenvergadering was, zoals te doen gebruikelijk bij coöperatieve instellingen, het hoogste orgaan van het fonds. Toen het aantal leden te groot werd om iedereen ter vergadering uit te nodigen werd een ledenraad in het leven geroepen. De leden daarvan werden aanvankelijk gekozen door de afdelingen. Daarover nu iets meer. De leden van de maatschappij werden door het bestuur ondergebracht in afdelingen, die provinciegewijs waren ingedeeld. Elke afdeling had een eigen bestuur. * Toen de afdelingen waren afgeschaft werden de leden van de ledenraad op voordracht van het bestuur provinciegewijs door de leden van de maatschappij gekozen.

Het bestuur bestond aanvankelijk uit 5 tot 7 personen. Later werd het aantal bestuursleden uitgebreid tot 9 en vervolgensd tot 10. Op den duur werd het variabel. Hoe dat laatste geregeld was kan ik het beste demonstreren door artikel 12 van de in 1980 vastgestelde statuten uitgebreid te citeren. Het blinkt bepaald niet uit door leesbaarheid maar aan een parafrase waag ik mij liever niet:
'Het bestuur van de maatschappij bestaat uit een overeenkomstig het bepaalde in dit artikel vast te stellen aantal personen die door de ledenraad uit de leden worden benoemd (-) Uit de leden wonende in een provincie wordt onafhankelijk van hun aantal één bestuurslid benoemd onverminderd het bepaalde in de navolgende volzinnen. Uit de leden wonende in een provincie wordt een tweede bestuurslid benoemd wanneer hun aantal twintig procent van het totale ledental van de maatschappij bedraagt, wordt een derde bestuurslid benoemd wanneer hun aantal meer dan vijftig procent van het totale ledental van de maatschappij bedraagt. De als tweede en als derde, uit de leden wonende in een provincie benoemde bestuursleden treden ingeval het ledental van de provincie waarvoor zij zitting hebben in het bestuur, in enig jaar is gedaald beneden de vijftien procent respektievelijk veertig procent van het totale aantal leden van de maatschappij af, in de eerstkomende ledenraadsvergadering'.

Na de oorlog werd een college van commissarissen in het leven geroepen, dat was belast met het toezicht op het doen en laten van het bestuur. Het bestuur werd terzijde gestaan door een tweetal adviseurs. Om te beginnen een 'wiskundig adviseur' die was belast met het voorlichten van het bestuur, het houden van toezicht op het verzekeringstechnische deel van het bedrijf en het samenstellen van de verlies- en winstrekening. In de tweede plaats door een medisch adviseur.
Vooral sedert de 2de helft van de 60'er jaren heeft de maatschappij zich tamelijk veelvuldig beziggehouden met het financieel ondersteunen van diverse bedrijven, instellingen en verenigingen. Daartoe behoorde ook de sportsponsoring.

Boerenverzekeringsfonds te Leeuwarden