Toegankelijkheid

De Familie Stadman

 

Henderkien Stadman.

Kind van Willem Stadman en Albertje Ratering
Zus van Hindrik, Jan en Jantje Stadman
Vrouw van Johannes S. Borghardt
Moeder van Dien, (later Saskia genoemd), Willem, Jan en Ali.
Oma van Lily, Henny, Sale, Joop, Willy, Alice,
Joop, Piet, Gerda, Henderika en Jan.
Zij leefde van 1881-1970.

In het voorjaar van 2014 hebben wij, de kleinkinderen, Henderkiendag gehouden in haar geboortedorp Grolloo. We kwamen bijeen in café-restaurant Hofsteenge, voorheen café Ratering geheten, waar Henderkien als jong meisje haar eerste betrekking had.

Henderkien

  

Wie waren de voorouders van Henderkien?

Haar vader  heette Willem, haar grootvader Jan, haar overgrootvader  Derk en daarvoor was er ene Albert en van die Albert weten we dat zijn vader  ook Willem heette., want hij  noemde zich Albert Willems, d.w.z. de zoon van Willem.  We zijn dan in de geschiedenis terug tot het begin van de 18e eeuw.

Het bijhouden van doop, huwelijk en overlijden was tot 1811 de taak van  de kerk: dominee of meneer pastoor. Door slecht beheer, brand, muizen, vocht is veel informatie uit het verleden verdwenen. Tot hoever we ons voorgeslacht in de boeken  kunnen terugvinden  verschilt per kerspel. Voor de familie Stadman  moeten we voor de geschreven beginperiode  zoeken in het archief van de Hervormde Gemeente in Beilen. De oudste gegevens aldaar dateren vanaf 1718. Helaas is er  bij een brand aan het eind van de 18e eeuw veel informatie verloren  gegaan. De familienaam Stadman werd pas na 1811 ingevoerd.

 

Willem

De ‘oudste’ Willem. Laten we hem voor het gemak Willem I noemen. Willem  waar we niets of weinig van weten.

We nemen aan dat hij in Beilen of omgeving woonde en hij  zal in het eerste kwart van de 18e eeuw zijn geboren.  Hij had een vrouw, kunnen we rustig aannemen, en  in elk geval twee zonen: Hendrik en Albert. Beide zonen waren verantwoordelijk voor een omvangrijk nageslacht. Wij stammen van Albert.

 

Albert (ca 1740/45 – 09.01.1809)

Wanneer Albert geboren werd, is eveneens giswerk. Het zal rond 1740-45 geweest zijn. De plaats is wel bekend: in Eurzinge bij Beilen. Van zijn huwelijk hebben we gegevens op papier. Keurig genoteerd door de dominee van Beilen in het dikke trouwboek.

Hij, Albert Willems,  trouwde vanuit  het naburige gehucht Makkum op 4 november 1764 in de kerk van Beilen met Aaltjen Derks uit Hijken afkomstig en op dat moment wonende te Klatering, beide plaatsen eveneens gelegen nabij Beilen. Drie zondagen  werd  in de Hervormde Kerk van Beilen het huwelijk aangekondigd , de proclamatie. Als niemand in de gemeenschap gefundeerde bezwaren kon aanvoeren, vond daarop de huwelijksplechtigheid plaats.

Hetgeen geschiedde.

Transcriptie:

Den 16 Sept 1764: haar eerste proclamatie gehad

Albert Willems, Jongeling van Eurzinge wonende te Makkum en

Aeltjen Derks, Jonge Dochter van Hijken, wonende te Clateren

Haar 2 den 23 haar laatste den 30 sept 1764

Getroud alhier den 4 November 1764

stadman


 

Omdat Aeltjen in het doopboek staat genoteerd, kunnen we uitrekenen dat zij op de huwelijksdag  21 jaar was.  Zij was de dochter van Derk Thijmens en Geesjen Roelofs Beening uit Beilen.          

 

Uit dit huwelijk werden 8 zonen geboren.

Kijk dat is een mooi begin om een dynastie te vestigen.

1. Derk Alberts, gedoopt te Beilen op 17 nov 1765, jong overleden
2  Derk Alberts, gedoopt te Beilen op 3 mei 1767, jong overleden
3. Willem Alberts, gedoopt te Beilen op 1 mrt 1770
4. Derk Alberts, gedoopt te Beilen op 10 jan 1773, Onze tak stamt af van Derk.
5. Tijme Alberts, gedoopt te Beilen op 22 okt 1776.
6. Hendrik Alberts, gedoopt te Beilen op 14 apr 1782, jong overleden
7. Hendrik Alberts, gedoopt te Beilen op 14 dec 1783.
8. Jan Alberts, gedoopt te Beilen op 17 aug 1788

kerk beilen

 

Het was de gewoonte, dat de eerst geboren jongen genoemd werd naar de grootvader van vaderszijde, in dit geval zou dat Willem zijn. Maar het kind wordt Derk genoemd naar de vader van moederszijde. Pas de derde wordt een Willem. Wat vermag de reden geweest zijn.

In de voorbije eeuwen was er veel kindersterfte.  Drie van de acht kinderen van Albert en Aeltjen stierven jong. Wat de naamgeving betreft was het de gewoonte, dat als een kind was overleden, de eerstkomende van hetzelfde geslacht dezelfde naam kreeg, vandaar 3x Derk, met ertussen een Willem. Als geboorteplaats van de kinderen wordt  tot ongeveer 1770/75 Hijken genoemd, daarna Laaghalen, eveneens onder Beilen.

Hoewel het beroep van Albert nergens wordt vermeld, kunnen we aannemen dat hij boerenwerk deed. Het feit dat hij gedurende zijn leven een paar maal verhuisde, weliswaar rond het doopvont van Beilen, kan er op wijzen, dat hij zich door een boer liet inhuren als boerenknecht. Zo’n verbintenis liep van mei tot mei. Werden boer en knecht het eens dan konden ze het mondeling contract met handslag steeds weer met een jaar verlengen. De afspraken gingen  niet alleen over het tractement, maar ook over de mate waarin de vrouw meewerkte (melken, oogsten, spinnen…) en de taken van de kinderen zo vanaf 12 jaar: veedrijven, stroo vervangen, het erf vegen… En ook, het kunnen beschikken over een perceel grond voor eigen gebruik, het gebruik van een van de paarden over een aantal dagen, mest, werkkleding. Het verhuizen ging met ‘peerd-en-karre’ van de nieuwe boer. Voor deze gegevens heb ik geput uit het werk van Harm Tiesing. Hij was landarbeider/keuterboer in Borger en heeft zich zeer verdienstelijk gemaakt vanwege de vele publicaties over het Drentse dagelijkse leven.

 Een belangrijke bron om meer te weten over de welstand van de bewoners vormen de haardstedenregisters (1672-1804). Oorspronkelijk werd de belasting geheven naar het aantal vuurplaatsen dat een behuizing had, vandaar de naam. In de loop der tijd was men overgegaan  naar een exactere schatting: het bezit aan onroerend goed, vee en land

register

In de registers van Hijken wordt vermeld dat in 1794 Albert Willems wordt aangeslagen voor  één. gulden, met de aantekening armoedig.

 

Albert Willems overleed op 9 januari 1809.

We kunnen de familie Stadman een echt Drentse familie noemen, ‘Middendrenten. ‘ In een tijdsbestek van een kleine 200 jaar treffen we in de acten van onze stadmannen een keur van dorpen en gehuchten aan:  Beilen, Rolde, Grollo, Spier, Klatering, Makkum, Hijken, Brunting, Laaghalen, Alting, Lievinge, Ter Horst, Peelo. Kortom veel beweging in kleine kring.

 

Het leven in de 18e eeuw

Het is verleidelijk om er over te fantaseren hoe onze voorouders  in de 18e eeuw geleefd hebben: een ruimte waar mens en dier samen woonden … een vuurplaats waar de hele dag een ijzeren pan met rapen op pruttelde, een klaptafel, wat stoelen tegen de wand, bedsteden, vocht, rook, tocht door de kieren, ongedierte, schaarse verlichting door een olielamp , het gemekker van de geit, de lucht van mens en dier.

En te dwalen door het oude landschap met zijn onverharde wegen, de riet- en stroogedekte behuizingen, de hei, ’t holt (bos), de beekdalen.

De tekenaar-schilder Egbert van Drielst heeft het landschap van Drenthe in de 18e eeuw prachtig vastgelegd. Ook daarna was dit gedeelte van Drente zeer in trek bij schilders van uit en buiten de provincie. Roel Sanders, oud-leerling van het Emmer Lyceum stelde een mooi boek samen ‘Schilders van Drenthe’.

 

Drents landaschap

 

Derk (1773-1850)

 

De derde (van naam bekende) voorvader is Derk.
Op een rij: Willem I, Albert, Derk

De vierde zoon van Albert en Aeltje heette Derk, ook als Dirk geschreven. Hij werd geboren op 10 januari 1773 in Hijken (gemeente Beilen). Hij werd genoemd naar zijn grootvader van moeders- kant die Derk Thijmens heette. 

Hij  trouwde op 20 mei 1804 met Aeltien Frens. Zij was de dochter van Frens Geerts  en Leve Wessels uit Beilen. Frens, ook geschreven als Frans of Frensen. De familie zal later de naam Prins aannemen. Derk was toen hij trouwde al 31 jaar, zijn vrouw was ook de jongste niet meer: 25.  Ze waren beiden niet eerder getrouwd geweest want dan had het in de proclamatie gestaan.

Het trouwboek van de Hervormde Gemeente in Beilen vermeldt:

Den 20 Meij zijn nae drie huwelijksproclamaties hier, getrouwd  Derk Alberts j(onge) m(an) van Spier en Aeltjen Frens j(onge) m(eid?) van Brunsinge alhier getrouwd.

Uit dit huwelijk werden 3 zonen en  3 dochters geboren.

  1. Aeltjen Derks, gedoopt te Beilen op 11 mei 1806
  2. Frens Derks, gedoopt te Beilen op 10 april 1808 wonende Beilen/Spier
  3. Albert Derks, gedoopt te Beilen op 26 augustus 1810 wonende Beilen/Lievinge
  4. Jan Alberts, geboren te Beilen op 9 juni 1812 wonende te Lievinge.
  5. Liefje Alberts, geboren te Beilen op 24 april 1817
  6. Liefje Stadman, geboren te Beilen op 23 november 1818

 

Vanaf 1811 wordt het bijhouden van de Burgerlijke Stand een taak van de gemeente in de persoon van de ambtenaar van de Burgerlijke Stand.  De datum van geboorte (voor 1811 datum van de doop), het  huwelijk en het overlijden worden  in een acte  vastgelegd. Nog een verordening van Napoleon die per decreet wordt vastgelegd is, dat ieder een achternaam moet hebben. Als je er een had, dan was je klaar (bv Ratering), en anders  bedacht je maar eentje. Een veel voorkomende  keuze was dat de naam van de vader (Patronym) de achternaam werd voor alle nakomelingen, daar was men toch aan gewend. Maar ook voor het beroep dat iemand uitoefende werd veel gekozen: Timmerman, Smid, Schrijver. Velen zonder echte achternaam maakten er geen haast mee. Derk ook niet. In die overgangstijd zien we veel verwarring.

Zo zien we, dat naar de oude trant bij het kroost van Derk en Aeltje kind 1, 2 en 3 het patroniem van hun vader dragen, dus Derks en na de invoering van de wet noteert de ambtenaar al of niet op voorstel van vader de achternaam Alberts. De amateurgenealoog staat hier wel even van te kijken. En jawel, het laatste kind heet Stadman.  Het wordt nog gekker: Het eerste Liefje (naar Leve de moeder van haar moeder) krijgt de naam Liefje Alberts. Als ze na 7 maanden overlijdt wordt ze genoteerd als Liefje Derks.  

De aangenomen namen werden ten gemeentehuize genoteerd in het Register van Naamsaannemingen. Helaas is het register van Beilen verloren gegaan.

 

Maatschappelijke positie.

In de Drentse gemeenschap onderscheiden we aan de bovenkant de notabelen, de adel (zeer spaarzaam aanwezig)), regenten, dominee, dokter…. Onderaan de ladder het zwerfvolk:  zigeuners ook wel heidenen genoemd, zoals ketellappers, scharenslijpers, stoelenmatters, kaartleggers en   bezembinders. Daar tussenin op haar beurt ook weer onderverdeeld:  de boerengemeenschap, de handwerkslieden en neringdoenden, de arbeiders en dienstboden en niet te vergeten de scheper. Het waren vooral de eigenerfde boeren die het voor het zeggen hadden in kerk en gemeenschap. Dat waren de boeren met land in eigen bezit  en van generatie op generatie wonend op dezelfde plaats. Daaronder had je de boeren die het land  al generaties pachtten, de meiersboeren van bijv een klooster, de bisschop van Utrecht, de stad Groningen…. Vervolgens de keuterboeren die woonden op een bescheiden  boerenerf: een  keuterij of katerstede. En tenslotte de boerenarbeiders die weer verdeeld kunnen worden tussen arbeiders in vaste dienst en dagloners.  De scheiding tussen kleine boer en arbeider in vaste dienst was niet zo groot. De zogenaamde  halve boer verhuurde zich  ook als arbeider bij een ‘dikke boer’ omdat hij anders niet rond kon komen. Een andere mogelijkheid tot bijverdienste was een handeltje te beginnen, een nering te doen. In Hijken woonden vooral keuters, kleine boeren en neringdoenden,

haardstederegister

Uit het haardstederegister blijkt dat Derk ook als neringdoende verdiensten heeft. Reden voor het Rijk om zijn inkomsten te verdubbelen tot fl 2. 
Vervelend voor Derk, maar op zich een goed teken.

 

Het leven van de landman is altoos ongewis. Het kon het zijn dat een jong echtpaar begon als keuter, maar ten gevolge van tegenslagen als roest in de rogge en schurft onder de schapen arbeider werd bij een’dikke’boer. Maar het kon natuurlijk ook meezitten door een aantrekkende conjunctuur en men de omgekeerde beweging kon maken.

In 1834 geeft Derk opdracht tot een openbare verkoping. Wat mag de reden zijn?  Schuldeisers, een faillissement? Het  zou een mogelijkheid zijn.

Emigratie naar het beloofde land Amerika …?  Lijkt me niet. Ik houd het erop dat Derk en Aeltien de oude dag begonnen te voelen en besloten  om de ‘ bieste en ’t gerief’  van de hand te doen. Zo zouden ze bij spaarzaam gebruik  een aantal jaren  kunnen leven en niet direct afhankelijk van de kinderen zijn.

Al ruim van te voren werd op de zondag  bij het uitgaan van de kerk  omgeroepen dat door notaris Wittenberg uit Hoogeveen op 18 mrt en 22 juli 1843 een boedel aan de koop gebracht zou worden op het erf van Derk Stadman op ’t Hijken.

De acten die ik heb kunnen inzien, beginnen met het beschrijven van de condities die gelden bij de verkoping. Percentages, het opgeld voor de notaris en het rijk, regeling van betaling via de notaris, recht op garantie (geen, je moest maar goed kijken) enz. Op 18 maart komen enige tilbare goederen onder de hamer. Na het voorlezen van de conditieën neemt de pander (veilingmeester) het woord en probeert voor de opdrachtgever het maximale eruit te slepen. Totaal zijn er ongeveer 80 kavels, waaronder ook het vee. Het eerste nummer is een koe. Zij brengt fl 45,50 op en gaat naar Henderikus Steunenbrink de molenaar. Een mooie prijs hoop ik voor Derk en Aeltien. Er volgen dan 5 koeien, 3 kalveren en een zwientien veur een tientien. Dan de schapen, totaal een stuk of 50 die per twee afgeslagen worden. Je moet er wel verstand van hebben, want het ene stel brengt fl 9 op en het andere fl 2,50 Voorts diverse porties stroo, schoffels, harken, tonnen, vorken, krabbers, emmers, zeisen en een spinnewiel. Totale opbrengst fl 628,50

De tweede veiling is op 23 juli: de op wortelstaande veldvruchten, staande op de Noord- en Zuid-Hijker Esch. Ik hoop dat de vruchten er mooi hebben bijgestaan. Was het drie jaar eerder in de verkoop gegaan dan had het niets opgebracht vanwege zwaar onweer met hagel, waardoor alle veldvruchten vernietigd werden en het jaar daarop was er ziekte in de rogge.

Het eerste kavel: Een perceel rogge staande op wortel op een akkerland genaamd de Bonenkamp aan Jan Luchies Zanting, landbouwer wonende te Beilen voor fl 26,25. Totaal 17 percelen rogge en een perceel boekweit.  De opbrengsten variëren  tussen fl 20 en fl 30. Totaalopbrengst fl 428.

De documenten leveren mooie informatie op.  Met de nodige voorzichtigheid:

Het was een mooie veiling,  de bieders kwamen behalve uit Hijken ook van buiten. Er was geen paard in de veiling, huis en erf evenmin en ook geen  huisraad. Ze bleven er vermoedelijk wonen. Het land werd gepacht en kon dus niet geveild worden. . Keuters en halve boeren hadden meestal geen eigen land.  

Het is ook mogelijk dat een groot deel van het gereedschap en de beesten vanuit  de handel van Derk waren binnengebracht, aangezien Derk ook koopman was. Hij verkocht dus in opdracht van derden Het is interessant voor de historie van Hijken dat er  enige veldnamen  in de acten worden genoemd: de Bonenkamp, het Dalland, de Dalakker, de Nijakker, de voorste Mulder, de achterste Mulder, de Nijlandakker, de Valingakker, de Vierakker, de Raapakker en nog een paar die moeilijk te lezen zijn.

Op 26 november 1850 op 77 jarige leeftijd overlijdt  Derk als Derk Stadman. Beroep: landbouwer.  Zoals door de Wet bepaald, wordt een Memorie van Aangifte opgesteld om te bepalen of er successie  moet worden afgedragen. De betrokkenen zijn Aaltien Frensen de weduwe en de kinderen Frens, Albert, Jan, Aaltien en haar man Hendrik Lamberts, Liefje en haar man Jan Alting. Genoteerd wordt dat er geen onroerend goed als huis, erf, land in eigendom is en evenmin kostbare roerend goed dat onder de nabestaanden verdeeld moet worden en derhalve hoeft er geen belasting worden betaald. Allen ondertekenen, dus allen kunnen schrijven. Het valt op dat de Stadmannen een mooie d met krul noteren.

memorie van successie

De handtekeningen van Albert, Altien en Liefje lijken verdacht veel op elkaar. Hoogeveen, memorie van successie, 1 maart 1851, inv. 10, opn 860, memnr 489. 

 

De naam Stadman

 

De familie had dus heel goed de achternaam Alberts kunnen aannemen. Wat mag de reden geweest zijn om toch voor een andere naam te kiezen,  wilden ze zelf wel iets eigens?

Waarom Stadman … , bij Hijken of Grolloo denk je toch niet direct aan stedelingen.

Laten we eens gissen:

  • Derk of Albert waren misschien ooit in Groningen en dat maakte indruk.
  • Nog een gedachte: Het was natuurlijk Stalman, maar het werd verkeerd geschreven
  • Of: Een buurman  noemde zich van Dorp…, nou, dan heet ik Stadman.

In de tijd dat ieder zich een achternaam moest aanmeten, woonden ze op een boerderijtje dat bekend stond als ‘De Stadman’. Ze werden altijd al Stadman genoemd, Joost mag weten waarom.

Zo kunnen we veel bedenken. En wat mag mijn keuze zijn?

Tweede, onofficiële namen (bijnamen) kwamen vroeger veel voor. Tot op de dag van vandaag staan  in de Sallandse Stentor bij tijd en wijle overlijdensaankondigingen met onder de echte naam , bijvoorbeeld Gerrit Hein van Dijk, de naam waaronder de overledene bij de autochtonen bekend was: De Polle. Als je dan navraagt waarom hij De Polle werd genoemd, is het antwoord: Weet ik niet, zeiden we altijd al, z’n va(der)  heette ook De Polle.

Even terug naar het begin van het verhaal:

Daar staat dat de oude Willem in elk geval twee zonen had: Hendrik en Albert. Hendrik is de andere tak, ook met veel nakomelingen. Welke naam nam die tak aan? Juist ook Stadman. We kunnen daaruit concluderen dat  al de hele 18e eeuw en vermoedelijk nog ver daarvoor, de  families bekend  waren  als Stadman: ‘Oh, ie bit ‘r iene van (de) Stadman’

En de betekenis:
Ik heb het Middelnederlandsch Handwoordenboek geraadpleegd en gezocht bij stad, stat en stede 

  • Een Statman = een stedeling
  • Stade comen = te hulp komen, bijstaan 
  • Stade  = betrouwbaar
  • stade = ankerplaats, oever
  • stat = stede = stee = plaats, oord in ruime betekenis, bv haardstee en bedstee
  • steevast = vast werk, geen dagloner
  • stat = vervanger, iemand die iets voor een ander beheert, denk aan stadhouder
  • stadserve = aan de stad toebehorend stuk grond

Kijk, dat geeft, in willekeurige volgorde, mogelijkheden:

  • een Stadman beheerde voor een ander het bedrijf,
  • een Stadman heeft een karakter van stavast,
  • een Stadman bewoonde een boerderijtje aan de Hunze waar schuiten konden meren,
  • een Stadman had een huis met een woonstee,
  • een Stadman heeft steevast werk
  • een Stadman was pachter van een stuk grond van de stad Groningen
  • een Stadman is betrouwbaar en zal je altijd bijstaan.
  • een Stadman is naar het huis waar hij woonde genoemd.

Kortom, kies maar iets leuks uit.

In het voorgaande hebben we al geconstateerd,  dat de Stadmannen  vaak verhuisden., maar dat we Hijken  als hun thuisbasis kunnen beschouwen. 

 Het is duidelijk dat tot in de tweede helft van de 19e eeuw de Stadmannen geen eigen vast boerenerf bezaten, maar met alle schakeringen, te rubriceren zijn onder de groep keuters/halfboeren/landarbeiders  in vaste dienst..

 

Jan (1812-1877)

Voor het overzicht de stamreeks:  Willem I, Albert, Derk, en dus nu Jan 

De geboorte-acte van Jan Alber(t)s (Stadman)De geboorte-acte van Jan Alber(t)s (Stadman)

Het was voor het eerst dat vader Derk niet naar de dominee ging om te vertellen dat zijn vrouw Aeltjen  was verlost van een zoon, maar naar het gemeentehuis. Franse kuren, maar goed het was de nieuwe verordening. Samen met 2 buurmannen, want je moest twee getuigen meebrengen, liepen ze de avond na de geboortedag van Lievinge naar  de Mairie, want zo heette het gemeentehuis in de Franse tijd,  in Beilen. Ze zullen  ter afronding er wel een borreltje op hebben gedronken. Dat was niet verplicht, maar ook niet verkeerd.

Jan, de derde zoon van Derk Alberts Stadman en Aaltien Frens Prins was dus de volgende die de genen aan ons doorgaf.

Geboren te Hijken op 9 juni 1812 als Jan Alberts. Hij ging trouwen  met Jantien  Willems Niesing/ Nijzing, dochter van Willem Jans Niesing en Hillechien Jans Tijms. Huwelijksdatum 2 mei 1835 te Beilen. In de acte lezen we dat hij 22 jaar en Jantien 19 jaar oud was. Beroep: landbouwer, woonplaats Hijken. Vanwege lichamelijke gebreken was hij vrijgesteld van  militaire dienst. Beroep van Jantien: dienstmeid.

En, zijn achternaam is Stadman.

Ze krijgen 8 kinderen, waarvan er drie jong overlijden.
Derk Stadman, geb. 18 april 1837, beroep vader arbeider
Hillichje Stadman, geb. 1 april 1839, beroep vader arbeider
Willem Stadman, geb. 14 oktober 1841, beroep vader winkelier. Willem overleed al op 29 november 1841

 

Willem Stadman, geb. 6 september 1843, beroep vader winkelier, onze tak.

Aaltje Stadman, geb 24 november1846, beroep vader winkelier. Aaltje overlijdt op 2 aug 1847

Aaldert Stadman, geb 30 november 1848, beroep vader arbeider, wonende te Smilde

Aaltje Stadman, geb. 7 november 1851, beroep vader arbeider,             

Jan Stadman, geb. 3 oktober 1855,  beroep vader arbeider,  Jan overleed 12 januari 1858

Evenals zijn vader Derk heeft hij naast het boerenwerk inkomsten. Het valt op dat er bij de geboorteaangiften wisselende beroepen werden opgegeven: landbouwer, arbeider, winkelier.

Dat was niet ongebruikelijk. De kleine boer was tevens neringdoend om zijn inkomen wat aan te vullen: handelaar in kleinvee, kleermaker, blauwverver, tapperijhouder.  Waar Jan precies in handelde, wordt nergens aangegeven. Een aanwijzing zou kunnen zijn dat twee getuigen bij het huwelijk het beroep schoenmakersknecht opgeven, ook staat ergens klompenmaker genoteerd. Bij de  aangiften wordt als geboorteplaats Beilen/Hijken opgegeven, uitgezonderd het jaar 1848 als Aaldert in Smilde wordt geboren. De familie heeft dus een jaar of langer in Smilde gewoond en is daarna weer naar Hijken teruggegaan.

 

Hijken  ligt ten NW van Beilen tegen de rand van een van de overgebleven heidegebieden van Drenthe. Sinds lang wonen hier mensen. Regelmatig worden er sporen  gevonden uit de Brons- en IJstijd. In de periode 1750-1850 waren de Stadmannen ingezetenen van deze tamelijk gesloten gemeenschap. Een eenvoudig dorp, te klein voor een kerk.

Een dorp waarvan men zei:

Grote bulen, weinig geld
Zo is ’t in Hieken gesteld.

hijken

 

Tussen de schijnbaar lukraak geplaatste behuizingen waaierden naar alle kanten de zandwegen, met als voornaamste verkeersader de weg naar Beilen, waar men naar toeging voor kerkbezoek, gemeentelijke zaken, inkopen, marktbezoek e.d. Er was een schooltje waar goede en minder goede schoolmeesters elkaar afgewisseld zullen hebben. Hun  voornaamste opdracht in naam van de Gouverneur van Drenthe was naast rekenen en leren lezen het afleren van onwelwillende manieren.  Er werd alleen in de wintermaanden les gegeven. Jan Derks Stadman en zijn vrouw Jantien Willems Nijsing hebben in elk geval goed leren schrijven, want ze hebben de trouwacte keurig ondertekend.

Rond 1835 was  Jacob Koerts Timmerman  de schoolmeester.  Hij was een volgeling van ds De Cock uit het Groningse Ulrum die terugkeer tot de oorspronkelijke Calvinistische leer bepleitte en zich met zijn kudde afscheidde van de Hervormde Kerk: “Om de Zuiverheid van het Woord”. Beilen, inclusief  Hijken werd , mede door het slecht functioneren van de zittende predikant  een centrum van de zg Cockseanen . De kerkscheuring had  grote gevolgen voor het Drentse gemeenschapsleven. De in onze familiegemeenschap niet onbekende Drenthedeskundige  Prakke merkt  in zijn boek ‘Drenthe in Michigan’  op, , dat de scheiding en de emigratie spot met alle traditionele opvattingen  en theorieën van de honkvaste Drent. Uit heel Drenthe vertrokken veel landverhuizers van afgescheiden signatuur, dus ook uit Beilen en omgeving.

ds De Cock

 

Een van die emigranten was  Jan Derks Stadman die ondertussen op Hooghalen woonde.

Zijn vrouw Jantien Nijsing was in 1863 gestorven en in 1864 was hij hertrouwd met Jantje Hilberts Oosterloo, die 12 jaar jonger was. Binnen  6 maand kwam er een kind. Het is goed mogelijk dat Jan de vader was. Het is ook mogelijk  dat hij de zorg voor een andermans kind op zich nam. Praktisch gezegd: ze was het blijkbaar waard.

Of het nu onder druk van zijn vrouw was, of dat hij degene was die het voortouw nam, maar  op 25 april 1870 waagde hij met vrouw en kind de oversteek naar Amerika. Afhankelijk van de wind (zeilschip) duurde de reis maanden. De omstandigheden waren erbarmelijk, velen werden ziek en stierven  aan een besmettelijke ziekte. Aangekomen en toegelaten wachtte hen nog een reis per stoomboot en ossenwagen oostwaarts naar Michigan, waar ze door geloofsgenoten werden opgevangen. Kosten voor het geheel: 500 guldens. Nu ik dit schrijf, realiseer ik me dat deze grote som gelds de kinderen niet zouden beërven. Nee die hebben de vlag niet uitgehangen toen vader scheep ging.

Calvin College

In de archieven van het Calvin College in Grand Rapids, Michigan staat opgetekend: Jan Stadman, arbeider, 58 jaar, Christelijk Afgescheidene, mingegoede, geen belastingbetaler, met vrouw en kind, om economische redenen, naar Michigan, afkomstig uit Beilen.

Het zou mooi zijn om te weten hoe het hem daar is vergaan. Ik heb lang naar een spoor gezocht en de moed bijna opgegeven hebbende, meldde hij zich bij wijze van spreken zelf in het webkrantenarchief Delpher.

Deel van het archief is het krantje ‘De Grondwet” gedrukt in het Nederlands en uitgegeven in het district Zeeland in de staat Michigan in de V.S. Een gedeelte van het District heet Drenthe, de streek waar de geëmigreerde Drenten zich vestigden.

Drenthe (V.S.) ligt tussen de stad Holland en Grand Rapids (Michigan)

We lezen dat Jan Stadman in het jaar 1877 is overleden in de leeftijd van 63jaar.

 

Willem (1843-1893)

 

Willem I, Albert, Derk, Jan, en Willem

Een tweede Willem, maar niet genoemd naar de eerste.

Willem Stadman, vierde kind van Jan Derks Stadman en Jantien Willems Nijsing. Geboren op 6 september 1843 te Beilen/Hijken. Hij werd genoemd naar de vader van moeders zijde. Willem trouwde te Rolde op 13 juni 1872 met Albertje Ratering uit Grolloo, dochter van landbouwer Hendrik Harms Ratering en Hendrikje Jansen Timmerman. Ze waren respectievelijk 28 en 29 jaar. Kinderen:

  1. Hindrik, geb. te Rolde op 31 januari 1873
  2. Jan, geboren te Assen/Peelo op 25 april 1875
  3. Jantje, geb. te Assen/Peelo op 15 december1877
  4. Henderkien geb. te Rolde/Grolloo op 11 november 1881
  5. Jongetje geboren en gestorven te Rolde/Grolloo op 30 september 1886

 

Toen Willem en Albertje trouwden was Albertje, als we de maanden tellen al een tijdje zwanger. Nu kwam dat vroeger meer voor, zelfs in keurige families als de onze. Er was een groter probleem: ze konden noch een bewijs van toestemming, noch een overlijdensacte van de vader van de bruidegom overleggen. Ja, vader zat in Amerika. De acte vermeldt: Verklarende de comparant uit hoofde hem de woonplaats zijns vaders onbekend is, buiten de mogelijkheid  te zijn om diens toestemming tot het aangaan van dit huwelijk te verzoeken en evendien eene acte van overlijden  te kunnen inleveren, aangezien het hem niet bekend is dat zijn vader is overleden.

Dat ze niets meer van hem gehoord hadden is niet helemaal vanzelfsprekend. Er zijn brieven bewaard gebleven van mede-emigranten waarin die verslag deden van hun nieuwe leven. Het is aannemelijk  dat de kinderen het hun vader kwalijk hebben genomen dat hij is weggegaan en er geen contact meer is geweest.

Toen ik een jaar of tien geleden het probleem van haar grootvader Willem aan tante Ali voorlegde, bleek ze tot mijn verbazing goed op de hoogte en zei met de haar kenmerkende gedecideerdheid: Die, die.., die is er met een jonge meid vandoor gegaan en hij liet zijn vrouw met  kinderen zitten.  Toen ik de geschiedenis later nog eens bestudeerde bleek dat de waarheid in de loop der tijden wat was bijgekleurd in Jans nadeel Toen Jan emigreerde was zijn vrouw Jantien al 7 jaar overleden. Inderdaad was hij wat snel weer getrouwd, maar toch keurig in de kerk en zo jong was die meid ook weer niet. Wat opvalt is dat bij de plechtigheid van Willem en Albertje wel drie Raterings de acte ondertekenden en van de Stadmannen alleen Willem zelf. Maar, we moeten niet overal wat achter zoeken.

 

Grolloo

 

Tussen 1878 en 1881 is de familie van Peelo verhuisd naar Grolloo bij Assen.

Willem en Albertje zullen kennis aan elkaar gekregen hebben toen Willem als jongkeerl in Rolde woonde en werkte. Daar werd ook het eerste kind Hindrik geboren, zodat we de conclusie kunnen trekken dat het jonge gezin in Rolde is gaan wonen. Niet voor lange tijd, want in het Dienstbodenregister dat de Gemeente bijhield (daar stonden dus ook boerenarbeiders in) , staat genoteerd dat Willem op 9  mei 1873 naar Assen is vertrokken. De geboorte-acten van de kinderen Jan (1875) en Jantje (1877) vermelden Peelo als geboorteplaats. Peelo was een boerengehucht ten noorden van Assen, aan de oostkant van de snelweg. Daar  waar we nu de grote letter M vinden. Kortom er is niets van over.

gezicht op het Oostereind

Grolloo, gezicht op het Oostereind, waar de Stadmannen woonden

 

Oma Henderkien werd geboren op 11 november (Sint Maarten) 1881 in Grolloo.


Geboorte-acte Henderkien

 

Om er achter te komen waar de Stadmannen woonden, heb ik contact gezocht  met de Historische Vereniging van Grolloo en dankzij hun informatie weten we dat de familie op het Oostereind heeft gewoond, wijk B nr 7 Zuidzijde. Dat is  waar tegenwoordig een rotonde ligt, en dan nog iets verder naar het oosten.  Wat is er van over? Niets. In het jaar 1915, oma had Grolloo al lang verlaten, heeft er een grote brand gewoed die zo goed als alle boerderijen  (uiteraard allemaal rietgedekt) aan de Hoofdstraat en het Oosteinde binnen een half uur in de as legde, ook café Hofsteenge v/h Ratering en huize Stadman.  De boerderijen die er nu staan, dateren  van na 1915, hetgeen aan de bouwstijl goed is te zien.

Kaartje Google Earth.

Café Hofsteenge v/h Ratering is duidelijk aangegeven.

Het stee Stadman stond ten oosten van de rotonde, aan de Zuidzijde van het Oostereinde.

Kaartje Google Earth

 

Voor de geïnteresseerde in leylijnen: Grolloo,  Oostereind zuidzijde, aan de weg Grollo - Papenvoort. Van 1700 v. Chr tot 1100 n. Chr. is dit zowel een magisch als religieus heiligdom geweest. Van de 9e tot de 14e eeuw zouden op deze plaats "witte" heksen bijeen komen, dus een geheime ontmoetingsplaats voor de volgelingen van het oude geloof gedurende de Roomse tijd. Volle maan zou hier een belangrijke rol spelen. Volgens de overlevering werden "witte wijven" gezien op het Witte Veen ten noorden van de weg. Dit alles in de onmiddellijke omgeving van huize Stadman.  Nu herinner ik me, dat als oma nieste, ze daarbij een geluid maakte dat klonk als ‘Hekse!’. Toch bijzonder, dat zo alsnog alles op zijn plaats valt.

Willem overleed op 23 februari 1893.  Hij was nog maar 49 jaar. Moeder Albertje bleef met 4 kinderen achter, die allen volgens de wet minderjarig waren. Om de belangen van minderjarige kinderen te beschermen, dienden er zoals de Wet aangaf,  familieleden als voogd te worden benoemd.

familieleden als voogd

Dat werden van vaders zijde:

Jacob Boer, arbeider, wonende te Zwiggelte, gemeente Westerbork, aangehuwde oom en Johannes Lever, arbeider, wonende te Rolde, aangehuwde neef.

Van moeders zijde: Jan Ratering, arbeider, wonende te Eext, gemeente Anlo, oom en Harm Ratering, logementhouder, wonende te Grolloo, gemeente Rolde.

Van de vier wordt in gezamenlijk besluit Jacob Boer met meerderheid gekozen tot direct toeziend  voogd. Hij verklaart deze aan te nemen en legt de eed af die voorgeschreven wordt door de Wet, zeggende, onder het opsteken van de beide voorste vingers van zijne rechterhand, de woorden: “Zo waarlijk helpe mij God Almachtig.”

Het procesverbaal wordt besloten  met de opmerking dat er een certificaat van onvermogen  aan de acte is gehecht. Geld was er dus niet, evenmin huis, erf en land.

Dit wordt bevestigd door de acte van Successie Inv. 136/216. Hierin wordt beschreven wat Willem Stadman aan  vrouw en kinderen heeft nagelaten: Aan goederen f 50, vee f 340, gereedschap f 25, hooi en koren f 150. Samen f 565. Echter,  er zijn schulden: aan 5 schuldeisers, waaronder broer Harm, moet f 550 betaald worden. Als dan ook de begrafenis    f 10 betaald is, rest er nog een positief saldo van 5 guldens.

Nee, oma is niet met de gouden paplepel in de mond geboren en haar zuinigheid is alleszins verklaarbaar.

 

De familie Ratering

Albertje Ratering was op 13 maart 1843 in Grolloo geboren als dochter van Hendrik Ratering en Hendrikje Jansen Timmerman. Deze was Hendriks  tweede vrouw. Er werden 5 kinderen geboren. Voeg daarbij de vijf kinderen uit het eerste huwelijk en we spreken van een huishouding van 10 kinderen. In de rij van 10 was Albertje het zesde.

bijbel van haar ouders
bijbel van haar ouders

Bij de geboorte van Albertje kreeg ze een bijbel van haar ouders.

Vader heeft haar naam erin gezet en die van zijn vrouw en  hemzelf.

In de loop der jaren is het bijgehouden, eerst dus door haar vader, vervolgens door Albertje zelf, dan door Henderkien en tenslotte door Ali.

 

Vader Hendrik Ratering was  op 13 oktober 1866 ten zijnen huize Wijk A 49 te Rolde  overleden. De successiememories Assen 88/819 vermelden dat er sprake is van enige in Rolde gelegen percelen weiland, bouwland en een huis met erf. Uiteraard met de exacte kadastrale gegevens van ligging en grootte in  bunder, roeden en ellen.  Het moest wel over veel kinderen worden verdeeld

De jongste broer van Albertje is Harm. Hij woonde  op  het ouderlijk stee. Beroep:  landbouwer, café-  en logementshouder.  De boerderij/herberg stond op de plaats waar nu café Hofsteenge is gevestigd. Een van de kinderen van Harm was Warmeltje, dus een nicht van oma Henderkien. Warmeltje trouwde toen ze de leeftijd had met Hendrik Hofsteenge.  Daarmee veranderde  café Ratering in café Hofsteenge. Waarom hier zo uitgebreid melding van gemaakt? Nadat oma’s vader Willem in 1893 overleed, ze was toen 11 jaar, ging ze uit werken bij oom Harm Ratering.  ‘En ik moest daar erg hard werken, zo jong als ik was’, zou oma later vertellen.

Rechts café Ratering

Rechts cafe Ratering

 

Albertje trouwt met Jacob Boer

Voor een goed begrip moeten we even terug in de geschiedenis. Willem Stadman, haar overleden man had een zus die Hillichje (Hilligje) heette. Voor oma Henderkien dus tante Hillichje. Tante Hillichje was getrouwd met Jacob Boer uit Westerbork, beroep scheper. Dat is toch mooi, hebben we een heuse schaapherder in de familie. Voorlopig wat zijdelings,  maar toch.

Attentie:

Op de uitgebreide en informatieve website www.oldgrol.nl vind je onder Boeken over Grolloo/ Grolloo van verleden tot heden informatie over de schaapherder

herder

 

Toen Jacob en Hillichje  trouwden in Westerbork op 27 mei 1868 had Hillichje al een kind: Hendrik. Een voorkind, d.w.z. een kind zonder papieren vader.  Hij werd een jaar eerder geboren dan het huwelijk gesloten werd. Dat kwam vroeger in de beste families wel eens voor, dus ook in de onze. Ja klopt, dat heb ik al eerder beweerd. In de aangifte van de geboorte die gedaan werd door de geneesheer zelve, lezen we dat Hillichje ten huize van ene Klaas Boer bevallen is van een kind van het mannelijk geslacht aan welke zij de naam gaf van Hendrik. Deze Klaas Boer blijkt de vader  te zijn van de latere bruidegom Jacob Boer. Wie is de vader? Jacob nemen we maar aan. Jacob deed zelf ook niet moeilijk want in de trouwacte lezen we ‘Voorts verklaarden comparanten bruid en bruidegom te erkennen het kind den 5 mei 1867 geboren uit de comparante bruid, genaamd Hendrik’.

En zo werd Hendrik gewettigd en kreeg alsnog een vader op papier.

Wat ook niet onvermeld mag blijven is dat vader Jacob een bewijs moest overleggen waarin staat, dat de commandant van het derde Regiment Vestingartillerie te Nijmegen  toestemming verleent tot het aangaan van het huwelijk. Het feit dat hij  langdurig van huis was, kan medeoorzaak geweest zijn van het voortdurend uitstel van het huwelijk. En hoe het precies zat, is verdwenen in het gat van de geschiedenis.

Hillichje en Jacob kregen 5 kinderen, waarvan 3 jong overleden, ook de eerste Hendrik. Geen van de kinderen kreeg de naam van Jacobs vader: Klaas.

Hillichje was 46 toen ze in het jaar 1885 stierf en zo was Jacob  Boer weduwnaar met 2 kinderen en acht jaar later was hij tevens voogd over de vier kinderen van zijn overleden zwager Willem. We mogen aannemen dat hij op gezette tijden van Zwiggelte, waar hij woonde,  naar Grolloo liep om samen met Albertje de stand van zaken door te nemen.

En op een avond …, toen Jacob en Albertje om de ronde klaptafel zaten, na vijf  kopjes koffie uit de kraantjespot en proat over het weer en het gewas, zal Jacob gezegd hebben: Ie mus moar bie mie wonen kommen. En zij:  Ja had ik ook edocht.

Dit alles staat in geen enkele acte, maar het zou ongeveer zo gegaan kunnen zijn. Natuurlijk was er overleg met de familie nodig en moesten financiële zaken goed op een rijtje gezet worden, we zijn wel Drenthen. Naast de genegenheid voor elkaar, die ik ze graag gun, waren economische redenen veelal  de reden voor een nieuw huwelijk.

Het huwelijk werd gesloten op 18 mei 1895 in Westerbork. Ook de kinderen Hendrik, Jan en oma Henderkien , drie van de vier, verhuisden mee naar Zwiggelte. Ze hebben daar maar een jaar gewoond.

Jacob kon als arbeider aan het werk in Schoonoord. Schoonoord het jonge dorp gelegen aan het al druk bevaren Oranjekanaal. Apart dorp, niet gewoon Drents met gewone Drenten, maar met veel ‘vrumd en roeg volk’. De krant schreef geregeld over de drankzucht en de ruwe zeden die aldaar heersten.

Jacob zal een contract met een boer hebben afgesloten en voor Albertje en de kinderen was  werk te vinden in de huishouding, als boerenknecht, in de ontginning of het veen.

En zo laadden Jacob en Albertje, ongetwijfeld geholpen door de nabers,  hun hele spul op de boerenkar en gingen op een mooie dag in juni van het jaar 1896 ‘Wel dut mi wat vandage’

via Orvelte over het Ellertsveld  naar Schoonoord. Zo ver was het ook niet, een kilometer of 13, maar wel met zandpaden en hier en daar bij de dorpen stukken met ‘kinderkoppies’.

In het Bevolkingsregister dat de dienstdoende ambtenaar van de Gemeente Sleen nauwgezet bijhield, lezen we de samenstelling van het nieuwe gezin, wonende Wijk D nr 122.

Op 27 juni 1896 vestigden zich in Schoonoord: Jacob Boer, Albertje Ratering, Jan Stadman en Henderkien Stadman. Eind augustus voegt zich vanuit Assen  ook Jantje  bij het gezin.

Henderkien gaat in februari  1998 naar Hoogeveen en in augustus gaat Jan naar Assen. Er is blijkbaar weer plek want in hetzelfde jaar komt ook Hendrik erbij wonen, maar in het jaar daarop gaat hij in mei naar Beilen. Dan meldt zich ook Hendrik de zoon van Jacob. Hij komt uit Zweeloo en blijft tot zijn overlijden in jan 1903. Een jaar later neemt vanuit Odoorn zijn zus Jantje zijn plaats in. Kort samengevat: de kinderen vlogen in en uit.

       

De vier Stadmankinderen

 

Hindrik/Hendrik (1873-1955) trouwde op 3 mei 1905 in Zweeloo met Hendrika Wessels uit Oosterhesselen. Als beroep van Hindrik werd meestal schaapherder genoteerd. Alweer een schaapherder dus en nog wel een echte Stadman. Hij woonde en werkte behalve in Schoonoord, in Zweeloo, Emmen, Hoogeveen, Borger, Rolde en Oosterhesselen. Overigens werd er over Hindrik in onze familie niet altijd erg vriendelijk gesproken: overheersend, ruziezoekend en egoïstisch. In 1912 kwam het gezin van Hindrik vanuit Borger in Schoonoord wonen.  

 

Jan (1875-1912) trouwde op 8 november 1912 met de timmermansdochter Trientien Homan uit Vries. Uit de huwelijksacte en de bijlagen weten we dat hij op dat moment spoorwegarbeider in Groningen was. Hij was vrijgeloot van militaire dienst en kon zich daarom als remplacant aanmelden. Dan ging hij ook in dienst, maar als plaatsvervanger voor iemand  die ingeloot had. Dat leverde ja een mooie cent op. Hij diende bij het 1e Regiment Infanterie met standplaats Assen. Later is Jan  agent van politie in Groningen geworden.  Hij stierf jong op 37- jarige leeftijd. Zijn vrouw was toen  7 maand zwanger van een dochter die Jantje zal gaan heten.. Er waren 7 kinderen.

Jan in het uitgaansuniform (pakkie deftig)

van het 1e Regiment Infanterie, waar hij als plaatsvervangend dienstplichtige diende.

Jan in het uitgaansuniform

 

Jantje (1877-1928) trouwde op 4 november 1910 met Hendrik Hilvers, timmerman in Schoonoord. Op de dag van het huwelijk was hij  35 en zij 32. Haar beroep was naaister. Jantje overleed in 1928 toen ze 50 was. Haar man zou haar 34 jaar overleven.

Hendrik en Jantje

Hendrik en Jantje

 

 Er is nog een  foto’s van haar,  een groepsfoto van de meisjesvereniging. Hendrik en zij hebben samen nog gewoond in Schoonoord en wel in het huis met smederij naast café “De Hoek” waar Jan en Seike Borghardt begonnen waren in Schoonoord. Helaas overleed tante Jantje toen ze nog maar 50 jaar oud was. Voor Dien (Saskia) bijna 15 jaar, was dit ook nogal een gemis want tante Jantje was degene bij wie ze altijd terecht kon als ze even wilde praten of uithuilen.

 

Henderkien.

 

Behalve in Groningen heeft oma Henderkien ook nog in Hoogeveen en Weststellingwerf gewerkt. Weststellingwerf?  Je zou haast denken dat  Jetje, de vrouw van smid Borghardt haar getipt heeft voor een werkadres, want die kwam uit die streek.
In het lidmatenboek van de Hervormde Kerk staat dat op 13 april 1900 Hendrikje Stadman Belijdenis des Geloofs aflegde.
Begin 1900 verhuisde ze naar Groningen en huurde een kamer bij de familie Schuiten in de Willemsstraat. De familie bestond uit een echtpaar met 3 zonen. Ik hoop dat ze zich er thuis heeft gevoeld, want de familie liet door de Burgerlijke Stand noteren, ‘geene Godsdienst’ aan te hangen. Als werkadres van Henderkien lezen we Groote Markt 2. En jawel, daar was Apotheek van Dijk gevestigd in een prachtig neo-gothisch pand. Zij werkte daar in de huishouding  en werd tevens ingeschakeld bij de bereiding van poeiers en zalven. We mogen aannemen dat ze toen nog niet zo beefde, maar dat terzijde.  Naar haar zeggen heeft ze er veel geleerd wat haar later te pas kwam.  Ik hoop dat oma behalve werk ook veel plezier heeft gehad in de grote stad. Volgens de overlevering wel. 

Interieur van Grote Markt 2.

Foto Groninger Archieven, waar nog 3 foto’s te vinden zijn van het verdwenen  pand..

Interieur van Grote Markt 2

 

       

Wij herinneren ons haar misschien als een vrouw met veel HEERE HEERE om zich heen, maar ik zie ook nog de oma met heel ondeugende oogjes. Overigens, de vroomheid zal ze niet van huis hebben meegekregen,  noch de Stadmannen noch de Raterings zaten vooraan in de kerk. Er wordt in de familie gefluisterd dat oma onder invloed van een baptisten vriendin wat streng in de leer is geworden.

bijbeltje

Albertje Ratering overleed toen ze 57 was, op 27 februari 1901 te Schoonoord. Er is een bijbeltje van haar bewaard gebleven dat via Henderkien Stadman, Albertje (Ali) Borghardt, en Alice van Veen in de familie is gebleven.

Jacob Boer ging drie jaar na de dood van zijn vrouw terug naar Westerbork (Coehoorn). 

Op 10 april 1907 deden  de geburen aangifte van zijn overlijden.

Hij werd 62 jaar.

Van beiden is geen memorie van successie opgemaakt, vanwege gebrek aan bezit.

 

Tot zover over Henderkien, later meer.

 

Stadman-namen

 

Willem

Wim van Joop, Willem Jens Peter van Piet en Willem Jan van Jan  zijn genoemd naar de opa die ze nooit gekend hebben en dat is:

Willem Jan Borghardt (1913-1965). Hij is genoemd naar zijn opa van moederszijde: Willem Stadman(1843-1893), die ook naar zijn opa van moederszijde is genoemd:

Willem Jans Nijsing (1771-1831), en nog een derde keer:

Willem Jans Koops (overleden in 1780) en dat is de laatste, dus de eerste, die we op papier hebben.

 

Henderkien

Henny van Veen is genoemd naar haar oma:

Henderkien Stadman (1881-1970).  De grootouders moederszijde van haar waren Hendrik Ratering en Hendrikje Timmerman. Nu wordt het even ingewikkeld: De oudste broer Hindrik van oma Henderkien werd naar zijn grootvader van moederszijde genoemd.  En Henderkien werd genoemd naar haar grootmoeder van moederszijde Hendrikje Timmerman.

Hendrikje Timmerman ( 1814-1893) Afkomstig uit Dalen. Aangezien er in de nadagen van Napoleon  hevig strijd is geleverd rond Coevorden, zijn de  registers  in Dalen vanwege oorlogsgeweld niet meer beschikbaar. Einde spoor.

Albertje

Alice genoemd naar

Albertje (Ali) Borghardt (1917-2010).

Zij is genoemd naar haar oma van moeders kant

Albertje Ratering (1843-1901) haar vier grootouders waren al benoemd. Het is aan te nemen dar Albertje genoemd is naar een oom  van vaders kant:

Albert Ratering ( 1804-1871), gedoopt in Emmen.

 

En vaders schoon vertelsel, bij ’t vrolijk knappend vuur.

Uit het Drents Volkslied.

 

 

 

 

Kwartierstaat van Henderkien Stadman

Ten geleide

Een kwartierstaat geeft een helder overzicht van de directe voorouders in manlijke en vrouwlijke lijn. Uitgaande van de kwartierdrager, hier dus Henderkien Stadman verdubbelt per generatie het aantal voorouders: 2, 4, 8, 16 enzovoort. Het aardige is, dat we ons op deze manier realiseren dat alle takken even belangrijk zijn en niet met name de vaderslijn. Kortom, we halen onze genen bij gans ons voorgeslacht.

Zoals het hoort zijn de mannen blauw en de vrouwen rose.

De Stadmans haalden weinig uit den vreemde, d.w.z. buiten Midden-Drenthe.

Van het ene geslacht kun je verder het verleden in dan het andere, omdat er meer gegevens bewaard zijn gebleven.

Gebruik voor het diagram zo nodig ‘Beeld- In/uitzoemen’.

Onder het cirkeldiagram staat de kwartierstaat nogmaals in een meer uitgewerkte vorm.

            Kwartierstaat Henderkien

Generatie I

           

1.            Henderkien Stadman, geb. te Rolde/Grollo op 11 nov 1881, ovl. (89 jaar oud) te Emmen op 29 dec 1970, tr. (resp. 28 en 35 jaar oud) te Sleen op 27 mei 1910 Overleden: moeder van de bruidegom, vader en moeder van de bruid met Johannes Sijkedinus Borghardt, zn. van Jan Borghardt (smid) en Seike Beuker, geb. te Sleen (Schoonoord) op 5 nov 1874 24.00 Akte 84, Geboorteregister Sleen, smid, rijwielhersteller, ovl. (93 jaar oud) te Emmen op 22 okt 1968.

               De gezinskaart vermeldt dat het gezin op 4 april is verhuisd van Schoonoord naar Nieuw Weerdinge, no 232. Op 1 0ctober 1938 verhuizen ze naar Weerdingerkanaal NZ 4 (het brugwachtershuis). In 1950 op 28 Januari gaan Johannes en Henderkien naar Emmen: Jan de Boerstraat 7. Op 23 Januari 1961 verhuizen ze naar Beentepol 55 en op hun ouden dag, 18 juli 1967 naar het bejaardencentrum De Holdert aan de Hondsrugweg.
Historisch verhaal:
De smederij te Schoonoord. Uit dit huwelijk 4 kinderen.

           

Generatie II

           

2.            Willem Stadman, geb. te Beilen/Hijken op 7 sep 1843, Landbouwer, ovl. (49 jaar oud) te Rolde (Grolloo) op 23 feb 1893, tr. (resp. 28 en 29 jaar oud) te Rolde op 13 jun 1872 met

3.            Albertje Ratering, geb. te Rolde (Schoonloo) op 13 mrt 1843, ovl. (57 jaar oud) te Sleen (Schoonoord) op 27 feb 1901, tr. (resp. 52 en 51 jaar oud) (2) te Westerbork op 18 mei 1895 Jacob Boer was de zwager van Albertje Ratering. Jacob was weduwnaar nadat Hillichje Stadman in 1885 was overleden. Albertje verloor haar man Willem Stadman in 1893. Dus aangetrouwd trouwt aangetrouwd met Jakob Boer, geb. te Westerbork op 23 apr 1844, arbeider/schaapherder, ovl. (62 jaar oud) te Westerbork/Coehoorn op 10 apr 1907.

               Willem Stadman en Albertje Ratering

               Het gezin, ouders en 3 kinderen komt op 07-08-1879 van Rolde naar Vries. Uit dit huwelijk geen kinderen.

               Uit dit huwelijk 4 kinderen:

1a.         Hindrik, geb. te Rolde op 31 jan 1873, schaapherder, ovl. (82 jaar oud) te Hoogeveen op 19 jul 1955.

1b.         Jan, geb. te Assen (Peelo) op 25 apr 1875, Politie-agent, ovl. (37 jaar oud) te Groningen op 19 jul 1912.

1c.         Jantje, geb. te Assen (Peelo) op 15 dec 1877, ovl. (50 jaar oud) te Sleen op 23 jun 1928.

              Jantje had een kromme rug, vroeger sprak men van een bocheltje.

1d.         Henderkien, geb. te Rolde/Grollo op 11 nov 1881, ovl. (89 jaar oud) te Emmen op 29 dec 1970, zie 1 

           

Generatie III

           

4.            Jan Alberts (Stadman), geb. te Beilen/Lievinge op 9 jun 1812, Winkelier, landbouwer, klompenmaker, Woonde de tijd voor de emigratie op Hooghalen 126, ovl. (ongeveer 64 jaar oud) te Drenthe, Michigan VS in 1877, tr. (resp. 52 en 40 jaar oud) (2) te Beilen op 21 dec 1864 met Jantje Hilberts Oosterloo, geb. te Beilen op 2 jul 1824.

               Emigreerde op 25 april 1870 samen met zijn tweede vrouw Jantje Hilberts Oosterloo en hun kind Hillichje naar Amerika.
Was Christelijk Gereformeerd geworden. Uit dit huwelijk een dochter, tr. (resp. 22 en 19 jaar oud) (1) te Beilen op 2 mei 1835 met

5.            Jantien Willems Nijsing/Niezing, geb. te Beilen/Drijbende op 4 jan 1816, dienstbode, ovl. (47 jaar oud) te Beilen op 25 jan 1863.

               Uit dit huwelijk 8 kinderen:

2a.         Derk Stadman, geb. te Beilen op 18 apr 1837, ovl. (50 jaar oud) te Rolde op 24 nov 1887.

2b.         Hillichje Stadman, geb. te Beilen op 1 apr 1839, ovl. (46 jaar oud) op 9 apr 1885.

2c.         Willem Stadman, geb. te Beilen/Hijken op 14 okt 1841, ovl. (6 weken oud) te Beilen/Hijken op 29 nov 1841.

2d.         Willem Stadman, geb. te Beilen/Hijken op 7 sep 1843, ovl. (49 jaar oud) te Rolde (Grolloo) op 23 feb 1893, zie 2 [blz. ].

2e.         Aaltje Stadman, geb. te Beilen (Hijken) op 24 nov 1846, ovl. (8 maanden oud) te Smilde op 2 aug 1847.

2f.         Aaldert Stadman, geb. te Smilde op 30 nov 1848, ovl. (65 jaar oud) te Westerbork (Warnsveld) op 23 mei 1914.

2g.         Jantje Stadman, geb. te Smilde op 4 nov 1851, ovl. (2 jaar oud) te Beilen/Hijken op 27 jul 1854.

2h.         Jan Stadman, geb. te Beilen (Hijken) op 3 okt 1855, ovl. (2 jaar oud) te Beilen (Hijken) op 12 jan 1858.

               Jan Alberts (Stadman), tr. (2) met Jantje Hilberts Oosterloo.

               Uit dit huwelijk een dochter:

2i.          Hillichje Jans Stadman, geb. op 8 jun 1865.

           

6.            Hendrik Harms Ratering, geb. te Emmen op 20 okt 1792, ged. te Emmen op 28 okt 1793, Landbouwer, ovl. (73 jaar oud) te Rolde op 3 okt 1866, tr. (resp. 33 en 21 jaar oud) (1) te Zweelo op 10 jun 1826 met Willemtje Karsten, geb. te Oosterhesselen/Gees op 5 sep 1804, ovl. (30 jaar oud) te Westerbork op 26 mrt 1835.

               bron geslacht Ratering: Henk Ratering, Genealogie Ratering/k uit Coevorden, juli 1799.
Certificaat Nationale militie 12 mei 1826: Uit hoofde van ligchaamsgebreken finaal vrijgesteld (van beroep boereknegt,wonend te Emmen).

               Hendrik Harms Ratering en Willemtje Karsten

               Uit het eerste huwelijk van Hendrik Ratering tellen we 5 kinderen. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (resp. 47 en 25 jaar oud) (2) te Westerbork op 27 mei 1840 , Huwelijksacte

               Hendrik Harms de familienaam voerende van Raterink, weduwnaar van Willemtje Karsten, oud zevenendertig jaren. zoon van Harm Gerrits en Annigje Hendriks, beide overleden.

               Hendrikje Jansen, 26 jaar, zonder beroep, geboren en wonend te Oosterhesselen, laatst gewoond hebbend te Beilen, dochter van Jan Gerrits van beroep timmermanen van Trientje Siebring, Oosterhesselen.

               Hendrik tekent als Ratering met

7.            Hendrikje Jansen Timmerman Jans, geb. te Oosterhesselen op 2 sep 1814 Geen geboorte-acte maar verklaring van bekendheid i.v.m. oorlog te Dalen, ovl. (78 jaar oud) te Vries op 14 apr 1893.

               Uit dit huwelijk 5 kinderen:

3a.         Jan, geb. te Westerbork/Bruntink op 25 mrt 1841, landbouwer, ovl. (75 jaar oud) te Anloo op 5 nov 1916.

3b.         Albertje, geb. te Rolde (Schoonloo) op 13 mrt 1843, ovl. (57 jaar oud) te Sleen (Schoonoord) op 27 feb 1901, zie 3 [blz. ].

3c.         Thie, geb. te Rolde op 1 mei 1845, koopman, ovl. (50 jaar oud) te Vries op 5 aug 1895.

3d.         Willem, geb. te Rolde op 7 feb 1853, rijksveldwachter, ovl. (82 jaar oud) te Assen op 7 jan 1936.

3e.         Harm, geb. te Rolde op 7 jun 1860, Cafehouder Grollo, ovl. (78 jaar oud) te Rolde op 19 jan 1939.

           

Generatie IV

           

8.            Derk Alberts (Stadman), ged. te Beilen op 10 jan 1773, Landbouwer, ovl. (ongeveer 77 jaar oud) te Beilen op 26 nov 1850, tr. (resp. ongeveer 31 en ongeveer 25 jaar oud) te Beilen op 20 mei 1804 met

9.            Aaltien Frens (Prins), ged. te Beilen op 25 apr 1779, ovl. (ongeveer 73 jaar oud) te Beilen op 20 okt 1852.

               Uit dit huwelijk 6 kinderen:

4a.         Aeltjen Derks, ged. te Beilen op 11 mei 1806, ovl. (ongeveer 65 jaar oud) te Beilen op 16 mei 1871.

4b.         Frens Derks, geb. te Beilen/Spier, ged. te Beilen op 10 apr 1808, ovl. (ongeveer 57 jaar oud) op 25 mei 1865.

4c.         Albert Derks, geb. te Beilen/Levinge, ged. te Beilen op 26 aug 1810.

4d.         Jan Alberts, geb. te Beilen/Lievinge op 9 jun 1812, ovl. (ongeveer 64 jaar oud) te Drenthe, Michigan VS in 1877, zie 4 [blz. ].

4e.         Liefje Alberts, geb. te Beilen op 24 apr 1817, ovl. (7 maanden oud) te Beilen op 26 nov 1817.

4f.         Liefje Stadman, geb. te Beilen/Heiken op 21 nov 1818, ovl. (51 jaar oud) te Coehoorn op 11 jun 1870.

           

10.          Willem Jans Nijsing, geb. te Beilen/TerHorst op 1 apr 1771, ovl. (60 jaar oud) te Beilen/Hijken op 20 sep 1831, tr. (35 jaar oud) te Beilen op 11 mei 1806 met

11.          Hillechien Jans Tijms Hilligjen, geb. te Beilen, ovl. te Beilen op 19 mei 1850.

               Uit dit huwelijk 3 kinderen:

5a.         Roeloftien Willems, geb. te Beilen/Altinge in dec 1806, ovl. (22 jaar oud) te Drijber op 8 sep 1829.

5b.         Jan Willems, geb. te Beilen/Drijber op 23 jun 1810, ovl. (56 jaar oud) te USA/Pella,Marion in jun 1867.

5c.         Jantien Willems Nijsing/Niezing, geb. te Beilen/Drijbende op 4 jan 1816, ovl. (47 jaar oud) te Beilen op 25 jan 1863 

           

12.          Harm Gerrits Raterink, ged. te Coevorden op 10 mei 1767 Doopboek Coevorden

               Gedoopt Maay 10 1767 Harm Zoon van Gerrit Raterink en Aaltien Wesselink, wever/boer, ovl. (ongeveer 65 jaar oud) te Westerbork/Bruntinge op 1 dec 1832, tr. (resp. ongeveer 24 en 28 jaar oud) te Emmen op 20 nov 1791 met

13.          Annechien Hendriks, geb. te Emmen op 6 feb 1763, ovl. (77 jaar oud) te Westerbork/Bruntinge op 25 apr 1840.

               Vermoedelijk na het overlijden van beide ouders (moeder in 1781, vader onbekend) werd Harm opgenomen in het weeshuis van Coevorden. Op 23 januari verlaat hij het weeshuis.

               Uit dit huwelijk 5 kinderen:

6a.         Hendrik Harms Ratering, geb. te Emmen op 20 okt 1792, ovl. (73 jaar oud) te Rolde op 3 okt 1866, zie 6 [blz. ].

6b.         Gerrit Ratering, ged. te Emmen op 10 mei 1795.

6c.         Wubbichje Ratering, ged. te Emmen op 4 feb 1798.

6d.         Aaltien, ged. te Emmen op 8 okt 1800, ovl. (ongeveer 75 jaar oud) te Zweelo op 20 mei 1876.

6e.         Albert, ged. te Emmen op 26 feb 1804, ovl. (ongeveer 67 jaar oud) te Westerbork op 1 mei 1871.

           

14.          Jan Gerrits Timmerman, geb. te Oosterhesselen op 1 mei 1777, ovl. (78 jaar oud) te Beilen/Makkum op 22 jun 1855, tr. (resp. 27 en ongeveer 23 jaar oud) te Oosterhesselen op 6 mei 1804 met

15.          Trientje Jans Siebring, geb. in 1781.

               Uit dit huwelijk een dochter:

7.           Hendrikje Jansen, geb. te Oosterhesselen op 2 sep 1814, ovl. (78 jaar oud) te Vries op 14 apr 1893,

           

Generatie V

           

16.          Albert Willems (Stadman), geb. te Beilen (Eurzinge), bij huis Lievinge, in Hijken en in Laaghale, ovl. te Beilen op 9 jan 1809, tr. (Aaltjen ongeveer 21 jaar oud) te Beilen op 4 nov 1764 Akte 369, dtb

               Jongeman van Eurzinge, wonende tot Makkum, jonge dochter van Hijken, wonende te Clateren met

17.          Aaltjen Derks, ged. te Beilen op 26 dec 1742, ovl. (ongeveer 60 jaar oud) te Beilen op 10 jun 1803.

               Uit dit huwelijk 8 zonen:

8a.         Derk Alberts, ged. te Beilen op 17 nov 1765.

8b.         Derk Alberts, ged. te Beilen op 3 mei 1767.

8c.         Willem Alberts, ged. te Beilen op 1 mrt 1770, Landbouwer, ovl. (ongeveer 73 jaar oud) te Beilen (Wijster) op 13 apr 1843 Akte 28, BS.

8d.         Derk Alberts, ged. te Beilen op 10 jan 1773, ovl. (ongeveer 77 jaar oud) te Beilen op 26 nov 1850, zie 8 [blz. ].

8e.         Tijme Alberts, ged. te Beilen op 22 okt 1776.

8f.         Hendrik Alberts, ged. te Beilen op 14 apr 1782.

8g.         Hendrik Alberts, ged. te Beilen op 14 dec 1783.

8h.         Jan Alberts, ged. te Beilen op 17 aug 1788.

           

18.          Frens Geerts, ovl. te Beilen/Ter Horst op 11 jul 1796, tr. te Beilen op 25 apr 1774 met

19.          Leve Wessels.

               Uit dit huwelijk een dochter:

9.           Aaltien Frens (Prins), ged. te Beilen op 25 apr 1779, ovl. (ongeveer 73 jaar oud) te Beilen op 20 okt 1852,  

           

20.          Jan Hendriks Nijsing, geb. te Beilen /Altinge op 17 mei 1742, ovl. (ongeveer 76 jaar oud) te Beilen /Altinge in 1819, tr. (beiden 24 jaar oud) te Beilen op 24 aug 1766 met

21.          Jantje Willems Koops, geb. te Beilen (Drijber) op 13 mei 1742, ovl. (70 jaar oud) te Beilen op 30 jan 1813.

               Uit dit huwelijk een zoon:

10.         Willem Jans, geb. te Beilen/TerHorst op 1 apr 1771, ovl. (60 jaar oud) te Beilen/Hijken op 20 sep 1831, zie 10 [blz. ].

           

22.          Jan Lucas Tijms, geb. te Wijster op 3 mei 1746, ovl. (66 jaar oud) te Beilen op 30 jan 1813, tr. (21 jaar oud) te Beilen op 3 mei 1767 met

23.          Jantjen Jacobs Wijbrands, ovl. te Beilen.

               Uit dit huwelijk een dochter:

11.         Hillechien Jans, geb. te Beilen, ovl. te Beilen op 19 mei 1850, zie 11 [blz. ].

           

24.          Gerrit Ratering, geb. te Coevorden op 12 jul 1733, ovl. te Coevorden, otr. te Coevorden op 12 apr 1765 , Ondertrouwboek Coevorden 1748-1770

               Den 12 April 1765 Gerrit Raterink JM alhier en Aaltjen Wesselink JD van Eschebrugge woonachtig op de Loo, tr. (resp. 31 en 19 jaar oud) te Coevorden op 12 mei 1765 met

25.          Aaltien Wesselink (Wessels), geb. te Coevorden op 14 nov 1745, ovl. (35 jaar oud) op 18 jun 1781.

               Uit dit huwelijk 8 kinderen:

12a.       Harmina, ged. te Coevorden op 30 mrt 1766.

12b.       Harm Gerrits Raterink, ged. te Coevorden op 10 mei 1767, ovl. (ongeveer 65 jaar oud) te Westerbork/Bruntinge op 1 dec 1832, zie 12 [blz. ].

12c.       Hindrik, geb. te Coevorden op 25 jul 1769, kleermaker, ovl. (85 jaar oud) te Coevorden op 24 jan 1855.

12d.       Geert, ged. te Coevorden op 2 sep 1770.

12e.       Geert Raterink, ged. te Coevorden op 12 dec 1773, kuiper, ovl. (ongeveer 70 jaar oud) te Coevorden op 14 jan 1844.

12f.       Femmechien Raterink, ged. te Coevorden op 19 okt 1775.

12g.       Berent, ged. te Coevorden op 8 dec 1776, kleermaker, ovl. (ongeveer 80 jaar oud) te Coevorden op 5 sep 1857.

12h.       Hendrik, ged. te Coevorden op 10 okt 1779, kleermaker, ovl. (ongeveer 73 jaar oud) te Groningen op 28 feb 1853.

           

26.          Hindrik Derks, ovl. te Emmen op 27 okt 1806, tr. te Emmen op 11 jul 1762 met

27.          Wubbegien Alberts, ovl. te Emmen op 10 apr 1793.

               Belijdenis tegen Pasche 1762.

               Uit dit huwelijk een dochter:

13.         Annechien Hendriks, geb. te Emmen op 6 feb 1763, ovl. (77 jaar oud) te Westerbork/Bruntinge op 25 apr 1840

           

28.          Gerrit Jans, geb. te Oosterhesselen op 25 mei 1736, ovl. (85 jaar oud) te Oosterhesselen op 8 jan 1822, tr. (40 jaar oud) te Oosterhesselen op 22 mrt 1777 met

29.          Jantien Harms, geb. te Wagtum, ovl. te Oosterhesselen op 28 dec 1804.

               Uit dit huwelijk een zoon:

14.         Jan Gerrits Timmerman, geb. te Oosterhesselen op 1 mei 1777, ovl. (78 jaar oud) te Beilen/Makkum op 22 jun 1855.

           

Generatie VI

           

32.          Willem (Stadman).

2 zonen:

16a.       Albert Willems, geb. te Beilen (Eurzinge), ovl. te Beilen op 9 jan 1809.

16b.       Hendrik Willems, geb. te Makkum/Beilen in ca1730, onb.

           

34.          Derk Thijmens, geb. te Beilen (Laaghalen) in feb 1720, ovl. (43 jaar oud) te Beilen op 21 jun 1763, tr. (21 jaar oud) te Beilen op 8 okt 1741 met

35.          Geesjen Roelofs Beening, geb. te Swigtelaar, ovl. te Beilen (Laaghalen) op 4 jan 1786.

               Uit dit huwelijk een dochter:

17.         Aaltjen Derks, ged. te Beilen op 26 dec 1742, ovl. (ongeveer 60 jaar oud) te Beilen op 10 jun 1803,

           

40.          Hindrik Jansen Nijsing, ovl. circa 1780, tr. te Beilen op 22 sep 1736 met

41.          Wemmichjen Hendericus Lambers, ovl. te Beilen (Altinge) circa 1783.

               Uit dit huwelijk een zoon:

20.         Jan Hendriks, geb. te Beilen /Altinge op 17 mei 1742, ovl. (ongeveer 76 jaar oud) te Beilen /Altinge in 1819,

           

42.          Willem Jansen Koops, ovl. te Beilen op 1 feb 1780, relatie met

43.          Marchien Nijzinge, ovl. te Beilen op 19 feb 1768.

               Uit deze relatie een dochter:

21.         Jantje Willems, geb. te Beilen (Drijber) op 13 mei 1742, ovl. (70 jaar oud) te Beilen op 30 jan 1813,  

           

44.          Lucas Albers Tijms, tr. te Beilen op 8 jan 1735 met

45.          Hillegien Hendriks, geb. te Beilen (Wijster).

               Uit dit huwelijk 2 zonen:

22a.       Jan Lucas, geb. te Wijster op 3 mei 1746, ovl. (66 jaar oud) te Beilen op 30 jan 1813

22b.       Arend Lucas, geb. te Wijster.

           

46.          Jacob Wijbrands, ovl. te Beilen circa 1753, relatie met

47.          Willemtien Joosten.

               Uit deze relatie een dochter:

23.         Jantjen Jacobs, ovl. te Beilen,  

           

48.          Harm Arents Ratering, ged. te Coevorden op 29 mrt 1693 doopboek Coevorden

               Kind van Arend Geerts genaamd Harm, bleker, ovl. (ongeveer 75 jaar oud) te Coevorden op 6 feb 1769, tr. (ongeveer 28 jaar oud) te Coevorden op 4 mei 1721 met

49.          Geertijn Jansen, geb. te Radewijk of Rorik, ovl. te Coevorden op 16 mei 1767.

               Uit dit huwelijk 7 kinderen:

24a.       Aaltijn, ged. te Coevorden op 31 aug 1721.

24b.       Arent, ged. te Coevorden op 26 sep 1725.

24c.       Jan, ged. te Coevorden op 20 feb 1729.

24d.       Jan Arens, ged. te Coevorden op 27 mei 1731.

24e.       Gerrit, geb. te Coevorden op 12 jul 1733, ovl. te Coevorden, zie 24 [blz. ].

24f.       Berent, ged. te Coevorden op 13 jan 1737.

24g.       Marchijn, ged. te Coevorden op 16 aug 1739, ovl. (ongeveer 23 jaar oud) te Coevorden op 6 jan 1763.

           

50.          Hindrik Wesselink (Wessels), relatie met

51.          Hendrikje Wesselink.

               Uit deze relatie een dochter:

25.         Aaltien, geb. te Coevorden op 14 nov 1745, ovl. (35 jaar oud) op 18 jun 1781.

           

56.          Jan Schoenmaker, relatie met

57.          Jansen.

               Uit deze relatie een zoon:

28.         Gerrit Jans, geb. te Oosterhesselen op 25 mei 1736, ovl. (85 jaar oud) te Oosterhesselen op 8 jan 1822.

           

Generatie VII

           

68.          Thijmen Hendriks.

               een zoon:

34.         Derk Thijmens, geb. te Beilen (Laaghalen) in feb 1720, ovl. (43 jaar oud) te Beilen op 21 jun 1763,

           

70.          Roelof Beening.

               een dochter:

35.         Geesjen Roelofs, geb. te Swigtelaar, ovl. te Beilen (Laaghalen) op 4 jan 1786.

           

80.          Jan Nijsingh.

               een zoon:

40.         Hindrik Jansen Nijsing, ovl. circa 1780.

           

82.          Hendericus Alberts Lambers, ovl. te Beilen (Altinge) in 1752, relatie met

83.          Roeloftien Wigbolts Brusting.

               Uit deze relatie een dochter:

41.         Wemmichjen Hendericus, ovl. te Beilen (Altinge) circa 1783.

           

84.          Jan Koops.

               een zoon:

42.         Willem Jansen, ovl. te Beilen op 1 feb 1780

           

88.          Albert Tijms.

               een zoon:

44.         Lucas Albers

           

96.          Arent Geerts Ratering, ovl. te Coevorden op 2 jan 1706.

3 kinderen:

48a.       Geertijn Rateringh, ged. te Coevorden op 12 mrt 1684.

48b.       Harm Arents, ged. te Coevorden op 29 mrt 1693, ovl. (ongeveer 75 jaar oud) te Coevorden op 6 feb 1769, zie 48 [blz. ].

48c.       Hendrik Arents, ged. te Coevorden op 18 dec 1701, ovl. (ongeveer 50 jaar oud) te Coevorden op 30 sep 1752.

           

Generatie VIII

           

192.        Gert Raterinck Geert, ovl. te Coevorden op 15 okt 1666.

               een zoon:

96.         Arent Geerts Ratering, ovl. te Coevorden op 2 jan 1706