Het verhaal van Berend en Aaltje Mensing
Bron: Een deel van onderstaande informatie is aangeleverd door Evert Brink. Het artikel is ontstaan na vragen van Evert over de woongeschiedenis van deze familie in Grolloo. Aanvullingen zijn gedaan door Gesinus Lunsing en Bertus Reinders door o.a. gebruik te maken van online registers en krantenartiekelen via Delpher. Waar het gaat om informatie over Vredenheim of de bewonersgeschiedenis, komt de kennis van Henk Meems goed van pas.
Evert Brink heeft heel veel speurwerk gedaan en heeft o.a. gebruik gemaakt van het "Old Grol"- team.
Evert heeft alles uitgewerkt in een uitvoerig pdf-bestand. In dit bestand kunt u ook diverse archiefstukken vinden, welke niet op deze pagina zijn terug te vinden. Tevens kunt u schoolfoto's vinden, waarbij Evert de kinderen Mensing heeft aangeduid. Deze foto's zijn terug te vinden in het boek Kijk op Grolloo in het hoofdstuk De School.
Via de volgende link is dit verhaal in te zien: Het verhaal van de familie Mensing door Evert Brink
Berend Mensing is geboren op 26 december 1880 te Weerdingerveen, gemeente Emmen en overleden op 27 december 1961 te Grolloo. Hij werd dus net 81 jaar oud. Hij is met zijn ouders verhuisd naar Grolloo en werd op 7 mei 1910 ingeschreven in de gemeente Rolde.
Aaltje Struik is geboren 15 februari 1889 te Schoonloo en zij is op 15 april 1973 te Assen overleden. Zij bereikte dus de leeftijd van 84 jaar.
Berend Mensing en Aaltje Struik
Wederzijdse ouders van Berend en Aaltje
De ouders van Berend Mensing waren Jan Mensing (02-09-1854 Buinerveen/22-12-1922 Amen) en Geesje Jonkman (21-01-1858 Exloërveen/04-01-1924 Taarlo, bij zoon Roelof)
In het Bevolkingsregister M-Q, 1910 van de gemeente Rolde lezen we dat Jan Mensing landbouwer is.
Het gezin kreeg 11 kinderen, nl;
- Jantje 1878 Weerdingerveen 1927 Exloo (48)
- 1902 gehuwd met Egbert Straatman
- Berend 1880 Weerdingerveen 1961 Grolloo (81)
- 1910 huwelijk Aaltje Struik
- 1910 zelfstandig in Grolloo gaan wonen
- Jan 1883 Weerdingerveen
- Was dienstknecht bij H. Hingstman Grolloo (DB Rolde 1905-1920)
- Albert 1885 Vatherveen 1965 Amen
- 1909 gehuwd met Aaltien Sanders
- 1909 zelfstandig gaan wonen in Amen
- Amen 52 => 82 => 9
- Annegien 1887 Valtherveen 1889 Valtherveen (2)
- Hendrik 1889 Valtherveen 1973 Rolde (84)
- Vertrok 1909 weer naar Odoorn, maar kwam terug via Gieten, Eleveld, Odoorn terecht in Amen
- 1918 huwelijk met Fennegien Eding
- Rolde B-9 => B-15 => Nooitgedacht 16
- Levenloos 1891 Valtherveen 1891 Valtherveen (0)
- Annechien 1892 Valtherveen 1964 Assen (72)
- 1912 van Eleveld naar Gieten
- 1918 huwelijk met Jan Oosterloo
- Roelof 1895 Valtherveen 1938 Tynaarloo
- 1921 huwelijk met Grietje Nijmeijer
- Gingen eerst bij ouders in Eleveld inwonen
- Kregen hier ook hun 1e kind Marchien
- 1922 vertrok het gezin naar Tynaarloo
- Gezina 1898 Valthe 1955 Groningen/Tynaarloo (58)
- Huwelijk 1919 met Roelof Menninga
- Gingen eerst bij ouders in Eleveld inwonen
- Kregen hier ook hun 1e kind Hendrik
- Harm 1902 Valthe 1981 Rolde (78)
- 1927 huwelijk met Sipkien Knol
- Rolde E 10 => 5 => A-24 => 125 => Nijlanderstraat 32
Bevolkingsregister gem Rolde Mensing-Jonkman
klik op de afbeelding voor vergroting
Jan Mensing en Geesje Jonkman naar Grolloo
Jan, de laatste zoon van Jan en Geesje is nog in Valthe geboren. Nadien is men verhuisd van Valthe naar Grolloo. Per 2 juni 1905 staat men ingeschreven in de gemeente Rolde huisnummer B-71, komend van Odoorn. Samen met acht kinderen; Berend, Jan, Albert, Hendrik, Annechien, Roelof, Gezina en Harm.
B71 Waar was dat?
Als we aannemen dat dit inderdaad Schoolstraat 2 is, dan werd het eerst gehuurd, want de eigenaar was toen:
-
-
- Egbert Oosting/Jantien Meijering
- Egbert is in 1903 overleden op adres B28
- Jantien is hertrouwd met Jan Oosting
- Jantien is in 1906 overleden op adres B28
- Jan Oosting vertrok in 1908 naar Beilen
- Volgens het Kadaster had Oosting geen ander huis.
- Dat zou betekenen dat de hele familie Jan Mensing met kinderen inwonend waren.
- Zou ook betekenen dat B28 ook Schoolstraat 2 was.
- Op B28 heb ik in de BR 180-1910 echter het adres gevonden van weduwe jan Belkum, Wemeltje Beijering (toen Middenstreek?)
- B29 zou zijn van Harm Brands.
- Theoretisch kan het dat Oosting inwonend waren bij Wemeltje en dat zij hun eigen boerderij Schoolstraat 2 verhuurden.
-
Later wordt via de Bevolkingsregister van Rolde het adres F-29 (te Eleveld) en E-52 (te Amen) genoemd.
De informatie welke hieronder te vinden is over Eleveld en Amen is afkomstig uit het boek Kroniek van De Broekstreek (met dank aan Gesinus)en aangevult na speurwerk van Evert Brink in overleg met Bertus Reinders.
Op Eleveld 14 (F 37 en F 29; gebouwd in 1906) is de de familie Jan Mensing komen wonen na hun aankoop op 21 augustus 1918. In 1922 wordt hun kleindochter Marchien te Eleveld geboren. Marchien is een kind van Roelof Mensing (zoon van Jan) en Grietje Nijmeijer die na hun huwelijk inwonend waren. Hendrik Menninga is ook in het huis van opa Jan Mensing geboren en wel op 2-5-1920. Hij is een zoon van de inwonende ouders Gezina Mensing (dochter van Jan) en Roelof Menninga.
De initialen op de gevelsteen van het huis Eleveld 14 moeten haast wel van Hobe Brouwer en Jantje Beijering zijn. Hun dochter in 1912 in het ouderlijke huis B140 Eleveld is overleden. Het is nog niet duidelijk of dat Eleveld 14 is. Vast staat wel dat Jan Mensing er in ieder geval al op 12-4-1916 woonde. J. Mensing wordt vermeld in een artikel in de PDAC naar aanleiding van een stierenkeuring..
Mogelijk is het hele gezin Jan Mensing al op 29-03-1911 (koop Schoolstraat 2) naar Eleveld vertrokken.
Men vertrekt op 15 mei 1922 van Eleveld naar Amen.
In Amen heeft de familie gewoond op Amen 33 en door vernummering op E 82, E 52, B 115 en B 110. In 1922 is het gezin van Jan Mensing en Geesien Jonkman hier gekomen. Inwonend zijn dan Harm en Albert, geboren in resp. 1902 en in 1885, beiden te Valtherveen.
Genoemde Albert, getrouwd in 1923 met Annechien de Vries, is in 1923 hoofdbewoner. Kinderen Jan (1924, overl. 1925, Trijntje 1924 - trouwt in 1945 met Jan Dolfing uit Assen. Kinderen Diena Annechien Dolfing 1946 Amen, Albert Dolfing 1947 Amen en Annegien 1950 Amen.
De woning is in 1883 gebouwd. Voordat de Mensings zich hier vestigden woonde hier in 1921 Jantinus Piest. Kennelijk in 1968 zijn de Mensings vertrokken uit Amen, want in dat jaar ging hier de familie Lambert Wolf en Harmina Tjassens wonen. Kinderen van dit echtpaar, tw. Bertha 1944 Amen, Jan 1953, Lambert, Henk en Harry zijn later in Grolloo geboren en genoemde Henk, getrouwd in 1995 met Geke Hadders uit Anloo heeft de woning in 1989 gesloopt en herbouwd.
Jan is overleden in Amen op 22 december 1922. Toen Geesje eind 1922 weduwe werd stond zij ook op het adres geregistreerd van Amen A-52 en ook op Amen E-52. Zie Acte van Overlijden Jan Mensing 1922. Het is dus mogelijk dat de gezondheid een rol gespeeld om uit Eleveld te vertrekken en bij zoon Albert in Amen te gaan wonen, die daar al sinds 1909 woonde.
De geschiedenis en de bezittingen van de tak Mensing/Mensingh/Menzing/Mensinge is terug te vinden naar ca. 1580 via Buinerveen <= Gieten <= Bonnen <= Veenhof en Eext. Men was arbeider, landbouwer, schatbeurder en herbergier.
Een deel is dus in de gemeente Rolde terecht gekomen en de nazaten komen voor in Grolloo, Eleveld en Amen.
Aaltje Struik is in Schoonloo, gemeente Rolde geboren. Zij was een dochter van Otto Struik (1851 Avereest/30-11-1927 Schoonloo) en Geesje Kok (04-06-1864 Westerbork/30-10-1922 Schoonloo)
08-03-1889 verhuist het gezin Otto Struik/Geesje Kok van Wezup naar Schoonloo B-84.
Volgens ingewijden woonde dit gezin in een plaggenhut in Schoonloo.
19261101 krant PDAC schoonvader Otto Struik onbewoonbaar huis houten keet Grolloo
In 1887 woonde men in Ellertshaar bij Borger.
In 1888 in Wezup
In 1889 in Schoonloo
Het gezin kreeg 7 kinderen, nl;
- Jantje (Jantien) 1888 Wezup 1889 Schoonloo (1)
- Aaltje 1889 Schoonloo 1973 Assen (84)
- 1910 huwelijk met Berend Mensing
- Klaas 1892 Schoonloo 1984 Eelde (91)
- 1913 gehuwd met Willemtje Leever
- Geesje 1894 Schoonloo 1905 Rolde (10)
- Hendrik 1898 Schoonloo
- Egbert 1901 Schoonloo 1943 Vught (41)
- Jantje 1906 Schoonloo 1979 (72)
- 1925 gehuwd met Cornelis Kuipers
De familietak Struik is terug te vinden tot ca. 1710 in IJhorst <= Ruinen. Men was arbeider, schoenmaker.
Huwelijk Berend en Aaltje
Aaltje was in 1910 dienstmeid bij weduwe Hingstman. Berend was daar pachter, waarschijnlijk van land. Dus is het wel duidelijk waar men elkaar heeft ontmoet. Aaltje raakt zwanger en men wilde trouwen.
Op 7 mei 1910 zijn zij getrouwd en hun eerste kind Jan werd op 10-12-1910 geboren. Een moetje dus. Bij het huwelijk in 1910 kwamen de ouders van Aaltje Struik niet opdagen. De ouders van Aaltje hebben geweigerd toestemming voor het huwelijk te verlenen. Berend en Aaltje kregen van de ouders Struik geen toestemming om te trouwen. De reden is niet duidelijk. Beide families waren niet van een bepaalde verschillende hoge komaf dat dat een probleem zou zijn. Aaltje was 8 jaar jonger, maar dat was over het algemeen geen probleem en op je 21e zwanger raken kwam vroeger vaker voor. Mogelijk heeft het een rol gespeeld dat Aaltje geld bij haar ouders binnen bracht, ondanks dat ze al niet meer thuis woonde. De rechter moest er aan te pas komen om het huwelijk zonder toestemming van de ouders van Aaltje te voltrekken. Haar ouders werden bij exploit door Deurwaarder Willem Roetervink opgedragen voor de Rechter te verschijnen om een verklaring te geven. Men kwam echter niet opdagen. Hiervan is een akte van in gebreke gebleven opgemaakt. Uiteindelijk is dat wel doorgegaan en zijn zij ook altijd bij elkaar gebleven en hebben voor- en tegenspoed gekend. Zowel Berend als Aaltje hadden een certificaat van onvermogen om de trouwakte te betalen.
Van de ouders Mensing ontving men fl 150,00 om te starten of een feest te geven.
Klik op de onderstaande afbeeldingen voor een vergroting
Tijdens het huwelijk van zoon Berend met Aaltje in 1910 wordt aangegeven dat de ouders in Grolloo wonen. Dat was al de boerderij die later als adres Schoolstraat 2 zou krijgen (kadastraal O-299). Deze boerderij was in 1910 gekocht door Albert Huizing. Hij had het gekocht van de erven van Egbert Oosting (1903 overleden). Zeer waarschijnlijk is het met Mensing als huurder gekocht.
Aangezien Egbert Oosting in 1903 was overleden en de familie Mensing in 1905 naar Grolloo kwam, kan het dan zijn dat (B-28) van de erven Oosting gehuurd werd? Weduwe Jantien Oosting-Meijering overleed in 1906 en een zoon vertrok in 1908 naar Beilen. We hebben geen advertenties gevonden dat B-28 te huur werd aangeboden.
Op 29-03-1911 koopt vader Jan Mensing bovengenoemde boerderij voor fl 745,- van Albert Huizing.
Hieronder de krantenartikelen van 6, 13 en 25 oktober 1910 uit de Provinciale Drentsche en Asser Courant met betrekking tot de verkoop van boerderij (thans Schoolstraat 2) en landerijen. We zien de inzet, de palmslag en de uiteindelijke gunning.
1910
Wonen in Grolloo
Berend en Aaltje staan in 1910 ingeschreven in de gemeente Rolde op het adres B-48, welke is gemuteerd in C-48. De locatie komt overeen met het huidige adres Schoolstraat2.
Als beroep wordt genoemd arbeider. Dit zal een eigen bevolkingsregistratie zijn vanwege huwelijk dat jaar.
Ook de kinderen Jan, Geessien, Johannes, Gezienus, Geziena en Jantiena worden ingeschreven op C-48.
B48 Hoe zit dat?
-
-
- 24-10-1910 werd Schoolstraat 2 gekocht door Albert Huizing
- Hij is maar heel kort eigenaar geweest, want 29-3-1911 koopt vader Jan Mensing het pand.
- Misschien heeft Jan Mensing er niet eens gewoond, Of hooguit een paar maanden.
- Huizing woont nadien kadastraal O268
-
Bevolkingsregister gemeente Rolde
klik op de afbeelding voor vergroting
De kinderen van Berend en Aaltje
- geboren op C-48 (Achterstreek- thans Schoolstraat 2 te Grolloo)
- Jan, 10 decemebr 1910
- Geessien, 5 april 1914
- Johannes, 27 april 1915
- Gezienus, 13 februari 1917
- overleden op 2 oktober 1917, oud: 7 maand
- Geziena, 19 september 1918
- Jantina, 26 december 1920
- zij werd dus als “baby/peuter” door buurvrouw Geesje Leever-Snijders gered tijdens de grote brand van 1922
- overleden 18-03-1960, leeftijd 39
- geboren op De Pol 17 te Grolloo (thans Kranekampen 1 te Vredenheim)
- Berend, 16 september 1924
- Harm, 12 spril 1926
- overleden op 30 augustus 1926, oud: 4 maand
- Harm 23 mei 1930
Gezinskaart van de familie Mensing-Struik
★ 10-12-1910 werd zoon Jan geboren. (kind 1) Hier wordt Berend landbouwer genoemd.
Register gezinskaart Berend en Aaltje Mensing
Klik op de kaart voor vergroting
Klik op de onderstaande afbeeldingen voor een vergroting
Uit bijgaande advertentie blijkt dat Berend ook als aanwijzer werkte voor de Heidemij.
19100721 krant PDAC verkoop haver Mensing
1912
In 1912 wordt voor het eerst men eigenaar van onroerend goed via bouwland Holtakker. Gekocht van de erven van Teunis Everhardus Oosterwijk en is groot 21.98 are.
In hetzelfde jaar wordt 8.49.70 ha heide/bouwland gekocht van Jan Johannes Kornelius. De heide wordt tot 1949
vrijgesteld van pachtwaarde (t.b.v. belasting).
Totaal bezit 8.71.68 ha.
1914
Er wordt een Coöperatieve Stoomdorsvereeniging opgericht en Berend is één van de deelnemers. Naast het boer zijn was Berend ook melkboer en had een route van Vredenheim tot Rolde. Later had hij een route in Grolloo zelf. Toen het venten wat moeilijker ging nam zoon Berend (geboren 1924) de melkroute over. Daarvan is het verhaal van de “speenster”. Een speenster was een beschikbare jonge meid die tijdens het venten bij Berend op de melkbussen op de melkwagen moest gaan zitten, zodat de jongens konden beoordelen of het iets voor hun was.
★ Dochter Geesien wordt op 05-04-1914 geboren (kind 2)
1915
Aankoop 4.40 a bouwland Lijnstuk/Achterste Vlasakker via publieke verkoop van Roelof Hingstman voor fl 70,-. Totaal bezit 8.76.08 ha.
★ 27-04-1915 Geboorte zoon Johannes (kind 3)
1916
19160208 krant PDAC ruit ingegooid bij Mensing
19160209 krant NvhN JA vernielt ruit Mensing
1917
★ 13-02-1917 Zoon Gezienus wordt geboren, maar overlijdt na 9,5 maand in hetzelfde jaar (kind 4)
1918
In 1918 koopt men de boerderij die in 1922 is afgebrand, Kadastraal O-299. De herbouw van 1923 krijgt later als adres Schoolstraat 2. In de volksmond noemde men dit vroeger Achtergat. Het was de Achterstreek, maar omdat het een laagte was, waar het water vanaf het toenmalige centrum (nu Voorstreek 5 of 't olde fabriekie) via de brandkuil haar weg vond naar het Groller diepie. (Drentse Aa)
De boerderij werd gekocht van vader Jan Mensing. Met hem werd een kooplening aangegaan. Berend en Aaltje betaalden de kooppenningen via het aanvaarden van een schuld aan de ouders Mensing. Toen vader Mensing eind 1922 overleed, stond er nog een schuld van fl. 268,50.
Ook werd er dit jaar meer bouwland gekocht, ook van Jan Mensing, genaamd Holtakker, groot 18.41 are.
Totaal bezit 9.02.24 ha.
★ Dochter Gezina wordt op 09-09-1918 geboren (kind 5)
1919
Aankoop 27.79 a bouwland Kranenkamp via publieke veiling van kleermaker Teunis Lever. Totaal bezit 9.30.03 ha. Van ouders Mensing wordt fl 1.000,00 geleend.
1920
★ Dochter Jantina wordt dit jaar geboren (kind 6)
Volgens de BR Rolde 1920-1936 is het adres Grolloo D-48 => C-10 => De Pol 17
Aankoop 1.09.13 ha weiland Koelanden en 94.05 are weiland Koelanden van Hendrik Beijering. Totaal bezit 11.33.21 ha.
1921
Aankoop 40.18 are bouwland Grote Kalverkamp en 30.80 are bouwland Kerkakker via publieke verkoop van Hein Boerma uit Ide.
Aankoop 3.09.99 heide van de erven van Willem Stikkel.
Totaal bezit 15.14.18 ha.
Verkoop 3.09.99 heide (gelijk aan hierboven genoemd) werd dat jaar gelijk weer verkocht aan Jan Beugels.
Totaal bezit 12.04.19 ha.
Van ouders Mensing wordt fl 350 (2020= ca. € 5.400,00) geleend.
1922
In 1922 vindt een grote brand plaats. Het vuur is ontstaan in een schuur van Mensing en spreidt zich razensnel uit.
Het vuur liep toen vanuit de Schoolstraat naar de Hoofdstraat. Zie voor het verhaal van de grote brand: De brand van 1922
De boerderijen (woningen) van onderstaande families gingen in vlammen op:
- Jan Abbing, achterbuur Schoolstraat B-32a C-49
- Berend Mensing, Schoolstraat 2 B-48 C-48
- Hendrik Stevens, buurman Schoolstraat B-32 C-50
- Lambert Gommers, Hoofdstraat B-24 C-51
- Weduwe Jan Belkum=Warmeltje Beijering Hoofdstraat B-23 C-71
- Harm Brands, Middenstreek? B-34 C-52
- Albert Frome B-21 C-41
- Lukas Huizing B-20 C-69
Onderstaande kaart geeft het dorp Grolloo weer van voor de grote brand van 1922. Hierop staat de grote boerderij van de familie Mensing, waar in 1922 de 2e grote brand in Grolloo is begonnen. Het betreft de boerderij met sectienummer O 299 aan de Schoolstraat, zo ongeveer waar nu Schoolstraat 2 staat. Vroeger noemden wij dit het Achtergat. Het "nieuwe" stuk Zuiderstraat was er nog niet. Geesje Snieders (of Snijders, de moeder van kleermaker Tienus Leever) realiseerde zich dat er in genoemde boerderij een jong kind alleen thuis was en dat heeft men net op tijd weten te redden.
Maar waar waren de andere kinderen? Ze waren ten tijde van de brand 11, 9, 7 en 3 jaar oud. De oudste kan wel eens mee geholpen hebben op het land. De school was net uit. De één na jongste (3 jaar) ging nog niet naar school en was mogelijk bij de ouders op het land.
Het is onduidelijk gebleven hoe de brand is ontstaan. Binnen de familie werd niet gesproken over deze ramp. Grolloo was een kleine hechte gemeenschap. Dat heeft iets positiefs als het gaat om noaberschap, maar kan ook negatief werken als je mensen ergens op aankijkt. Hebben de andere gedupeerden het de familie Mensing kwalijk genomen dat de mogelijke oorzaak van de brand in hun pand ontstond? Lag er iets in de schuur wat kon broeien, of……Van opzet zal zeker geen sprake zijn geweest.
De volgende afbeelding betreft Leggerart. 2122 van Berend Mensing, waarop (dus) ook de boerderij O 299 staat. Het leggerartikel is moeilijk te duiden. Waar komen de bezittingen vandaan en wie werd de volgende eigenaar. Hiervoor zal onderzoek op het Drents Archief moeten plaatsvinden.
Na de brand in 1922 hebben zij tijdelijk gewoond in de Pastorie naast de kerk.
Moeder Geesje Struik-Kok overleed in Schoonloo op 30-10-1922 en werd 58 jaar. De nalatenschap was vrij van successie. Zuiver nalatenschap fl 595,- Geen verdeling genoemd. Er was geen testament, dus de helft kwam de weduwnaar toe, blijft fl 297,50 voor 5 kinderen, is ieder fl 59,50.
Vader Jan Mensing overleed op 68-jarige leeftijd in Amen op 22-12-1922 in zijn huis te Amen overleden. Zoon Albert woonde hier ook met zijn gezin. Het overlijden van Berend was volgens de akte om 20.40 uur in Grolloo en werd aangegeven door Willem Braam geboren 1911, landbouwer te Grolloo. Willem was aanzegger namens de begafenisvereniging.
Jan Mensing woonde met Geesje Jonkman eerst in Eleveld. Waarschijnlijk huurde hij hier adres E-52, maar had hij Amen 9 in eigendom, daar waar zoon Albert met gezin woonde. Op 16-03-1922 heeft met een publieke verkoping van roerende goederen gehad, wegens “afschaffing der boerderij”. Jan Mensing was toen 67 jaar en mogelijk niet meer gezond, want eind dat jaar overlijdt hij. Daar zal ook de verhuizing naar Amen mee te maken hebben.
Jan Mensing laat aan onroerend goed na:
- 377 Huis/schuur/erf te Amen
- 491
- 498
- 499
- 564
- Samen 5.72.95 ha.
Weduwe en gezin Albert Mensing is in de boerderij te Amen blijven wonen. Na vertrek weduwe naar Taarloo (23-05-1923), nam Albert de boerderij over en ging een hypothecaire lening aan bij moeder (03-10-1923).
1923
In 1923 de wederopbouw. Op bijgaande kaart kun je de oude en de nieuwe situatie van het Kadaster zien. Onderling heeft men grond geruild, zodat het wat efficiënter werd.
Ook staan er namen in de tekening. Kadastraal werd het hernummerd naar O-1763. Op het kaartje links heb ik 6 van de 8 afgebrande behuizingen kunnen traceren. Die van Frome en Huizing dus niet.
Op 9 april 1923 wordt er een nieuwe hypotheek aangegaan en ingeschreven via Notaris Rambonnet. Dit was dus een hypotheek, naast de lening van de ouders.
Op deze kaart is via de blauwe lijn de oude situatie van voor de brand te zien. Toen stond de boerderij in het verlengde van de straat en had kadastraal nummer O-299 en was het 7.75 are groot. Met de herbouw werd de boerderij een kwartslag gedraaid en ruilde men wat grond met buurman Hendrik Stevens van Achterstreek 3/Schoolstraat 4. Stevens ruilde ook grond met Jan Roelofs Abbing van Achterstreek 1.
Nu werd Schoolstraat 2 kadastraal O-1763 en 9.85 are groot.
Op 6 spetember 1923 wordt de acte van scheiding via Notaris Rambonnet gepasseerd n.a.v. het overlijden van vader Jan Mensing.
Uit de Memorie van Successie blijkt dat de ouders flink in de slappe was zaten en ook voor hun kinderen zorgden. Het saldo van de activa/passiva bedroeg destijds fl 20.675,95 (2020= ca. € 356.120,-), waarvan de helft aan de weduwe toe kwam en de rest over de 9 levende kinderen werd verdeeld.
Zo kregen diverse kinderen renteloze leningen die bij de nalatenschap werden verrekend.
Van Berend en Aaltje werd de helft van de fl 1.500,- met de nalatenschap verrekend, waardoor er fl 389,72 voor hun overbleef.
Opvallend was dat men fl 2.574,60 aan contanten in huis had. Men nam deel aan de Boaz.
In het begin van deze eeuw werden in verschillende plaatsen in ons land vanuit christelijke organisaties betrekkelijk kleine spaar- en voorschotbanken opgericht, die vooral bedoeld waren om het midden- en kleinbedrijf met kredieten op weg te helpen. Ze kregen de naam "Boazbanken", ontleend aan de bijbelse figuur Boaz, een zeer vermogend man die zich het lot der minder bedeelden aantrok.
De huisarts van Jan en Geesje was dr. J.E. Hubbeling uit Rolde, J. Jansen & Jansen en M. Nathans uit Assen was hun manufacturier, A. Wold uit Ekehaar hun smid. De kunstmest werd betrokken van de Coöperatieve Landbouwersbond en Handelsvereniging “Ons Belang” te Assen. Brandschade was verzekerd via de Onderlinge Wederkerige Brandwaarborg Maatschappij “Door Eigen Kracht” uit Rolde.
Daarna woonde men in de herbouw op nagenoeg de zelfde locatie.
In 1923 de wederopbouw. Op bijgaande kaart kun je de oude en de nieuwe situatie van het Kadaster zien. Onderling heeft men grond geruild, zodat het wat efficiënter werd.
Ook staan er namen in de tekening. Kadastraal werd het hernummerd naar O-1763.
1924
Moeder Geesje Mensing-Jonkman overleed op 65-jarige leeftijd op 04-01-1924 in Taarlo, in het huis van zoon Roelof. Er is een nalatenschap van fl 9.714,33 (2020= ca. € 173.290,-). Voor ieder van de 9 kinderen is dat fl 1.079,17 (2020= ca. € 19.250,-). Vreemd genoeg staat de volle fl 1.000,- schuld van Berend nog genoemd, terwijl de helft al was verrekend met de nalatenschap van vader. Of deze fout is hersteld, is niet bekend.
★ Zoon Berend werd op 06-09-1924 geboren (kind 7)
1925
Een foto van de kinderen in Grolloo. Moet ongeveer in 1925 zijn geweest.
Jan (14 jr), Geesien (11 jr), Johannes (10 jr) Gezina (7 jr), Berend (< 1 jr) in kinderwagen, Jantina (4 jr) met hond.
1926
★ Op 30-04-1906 wordt zoon Harm geboren. Hij overleed echter 4 maanden later op 30-08-1826 (kind 8)
1927
26-05-1927 overleed Jantje Mensing, een zus van Berend (48 jr).
Vader Otto Struik overleed op 30-11-1927 in Schoonloo en werd 77 jaar. Hij liet 2.72.03 ha heide en bouwland op Schoonloërveld, na aan de erfgenamen. Dit werd in hetzelfde jaar verkocht aan (in 1912 gekocht van weduwe Simon Polak uit Schoonoord).
19271205 krant PDAC schoonvader Otto Struik overleden
Provinciale Drentsche en Asser courant 03-03-1928.
1928
19280303 krant PDAC 9Ha heide te koop Struik Mensing
19281203 krant PDAC voetpad naar school
1929
In 1929 wordt de boerderij noodgedwongen verkocht. waarschijnlijk, omdat men borg stond voor een ander die failliet is gegaan. Voor wie hij borg heeft gestaan is niet bekend.De relatief grote boerderij doet vermoeden dat de familie niet helemaal onbemiddeld is geweest. De goedkope leningen bij ouders, de erfenis van (schoon)ouders, waren uiteindelijk onvoldoende om het hoofd boven water te houden. Deze ervaring heeft de familie erg geraakt. Door een simpele borg kun je van “dikke” boer met bezittingen neervallen naar een karig arbeiders-bestaan.
Of heeft de borg en de niet terug betaalde lening aan Mensing toch te maken met de brand in 1922? Was er een schuldgevoel of verantwoordelijkheidsgevoel of was er druk vanuit de gedupeerden die waren onderverzekerd?
Na de verkoop van boerderij en landerijen (al het onroerend goed, totaal 12.06.19 ha groot) blijkt familie Mensing een arbeiderswoning te huren van familie Noordenbos.
Een huurwoning wordt betrokken. Dit is het huidige Kranenkampen 1. Destijds sprak men over De Pol 17. De naam Kranenkampen is van latere datum.
19290223 krant PDAC veiling boerderijtje
19290302 krant PDAC palmslag boerderijtje Mensing
De boerderij werd gekocht door ¾ Jan Dijks + ¼ Siebe Stegeman. Later komt het via erfenis bij dochter Anna Dijks terecht die het aan Stichting Beheer Grondbegroting verkoopt. Daarna via ruilverkaveling en in 1966 publieke verkoping Jan Boer, in het bezit van Henderikus Reitsma.
1931
★ Er wordt een jonge zoon geboren op 23-05-1931. Hij kreeg net als de overleden zoon, de naam Harm (kind 9).
1932
Uit diverse advertenties in de krant gebruikt Mensing als woonadres Vredenheim. Een nummer wordt niet vermeld.
Het adres is het latere adres Kranenkampen 1. Voor de familie Mensing woonde hier de familie Jan Hebels/Grietje Hekman en na hun de familie B.H.W. Wolters. Het adres was De Pol 17 = Kranenkampen 1.
Rechts een advertentie van 13—10-1917 waaruit blijkt dat de familie Hebels de boerderij en land pacht. Er moet opnieuw worden ingeschreven en wel voor 5 jaar. In 1928 woont Hebels daar nog. Later woont men op Vredenheim 4.
1933
In 1933 worden de bezittingen van Noordenbos te Vredenheim verkocht. Hieronder ook de huurwoning De Pol 17. (Kranenkampen 1).
Vanaf de huurwoning wordt de keet betrokken. Wanneer is op dit moment niet exact bekend. Indien er per 5 jaar werd verhuurd, zou dit kunnen betekenen dat men in 1938 of 1943 richting de keet is gegaan. Dat laatste lijkt tot nu toe aannemelijk. Deze keet bevindt zich op gronden van de Boermarke – thans onderdeel van De Berenkuil. Op deze locatie was een zandafgraving, een plek waar de boeren uit de omgeving geel (rood) zand vandaan haalden.
Zoon Johannes is “uitgevlogen” en werkt als boerenknecht bij G. Luken op A-30.
Dochter Geesien was “uitgevlogen”, want zij werkte als Dienst-dagmeisje bij H.Hilberts, Langedijk 21 te Assen. Geessien (19 jaar) gaat weer bij ouders in Grolloo wonen (een paar maanden voor haar huwelijk), waarschijnlijk om vanuit het ouderlijk huis “weggegeven” te worden.
19320114 krant PDAC dienstmeisje gevraagd Langedijk 21
19330603 krant PDAC vertrokken G Mensing naar Grolloo
Zij huwde 18-10-1933 met Evert Everts en samen zorgden ze op 15-02-1934 voor het eerste kleinkind van Berend Mensing en Aaltje Struik. Sinds december 1933 is men zelfstandig in Assen gaan wonen, dus was de thuiskomst in Grolloo van korte duur.
19330218 krant NvhN geldbelegging veiling boerderijtje Mensing
19330224 krant PDAC inzet arbeiderswoning Mensing
19330225 krant PDAC palmslag arbeiderswoning Mensing
19320319 krant PDAC aanbieding als boerenknecht
19320616 krant PDAC trekhond tekoop
19331118 krant PDAC kamer voor jonge mensen Mensing
19340210 krant PDAC ruin tekoop Mensing
19341208 krant PDAC kalf tekoop Mensing
19350216 krant PDAC geit en trekhond tekoop Mensing
19360919 krant PDAC kalf tekoop Mensing
19380329 krant PDAC melkrit voor Mensing
1937
Huwelijk zoon Jan met Meta Kok.
1938
Dochter Gezina werkt buitenhuis bij G. Wesseling in Ekehaar. Kort daarna trad zij in het huwelijk met Epco Bosker.
Roelof Mensing, broer van Berend, overleed 02-01-1938 en werd slechts 42 jaar.
In dat jaar werd er ook een kleinzoon Tinus geboren. Hij had echter geen vader, althans geen vader die de verantwoordelijkheid van zijn daad wilde nemen. Berend en Aaltje namen hun kleinzoon op in hun huishouding. Hij bleef bij hun wonen, ook toen zijn moeder het ouderlijk huis verliet. Jaren later is hij te weten gekomen wie zijn vader was. Het was een boerenknecht die bij zijn oom, Willem van Rein, in Amen werkte, naast de boerderij van oom Albert. De moeder van Tinus is dus een dochter van Berend en Aaltje en is het kind dat door Leever tijdens de brand in 1922, werd gered (1,5 jaar oud toen).
We spreken in het bovenstaande dus over Jantiena. In het onderstaande artikel wordt gesproken over een 17 jarig meisje J.M. uit Vredenheim. Dit moet wel Jantiena Mensing zijn.Opmerkelijk is dat zij op dat moment dus ruim 5 maanden in verwachting was. Haar zoon is op 9 december 1938 geboren.
19380827 krant PDAC poging aanranding Jantiena Mensing
1945
19440417 krant Drentsch dagblad poters Wolters
Op het adres De Pol 17 woont inmiddels ene B.H.W. Wolters. Waarom de familie Mensing hier weg moest heeft waarschijnlijk te maken dat de verpachter om de vijf jaar een adveertentie plaatste waar men een pachtbod voor 5 jaar kon uitbrengen.
Geen eigen land meer en geen land meer om te pachten……….
Dit zal de periode zijn geweest dat de familie Mensing in “de Keet” kwam te wonen. Geen inkomen meer uit de opbrengst van het land. Deze keet stond in of bij de zandafgraving achter De Berenkuil. Deze zandafgraving was van de Boermarke. Op dit moment is het onderdeel van het kampeerterrein van De Berenkuil.
In december 1945 is Berend Mensing weliswaar 65 jaar geworden, maar AOW was er toen nog niet en helemaal niet de bedragen waar men nu rond van mag komen. Pas in 1947 werd via een Noodwet van Drees de AOW ingevoerd. Eigen inkomsten werden in mindering gebracht, hoogte varieerde per gemeenteklasse en was voor mannen en alleenstaande vrouwen. Om een indruk te geven omtrent de hoogte: In 1951 bedroeg de AOW fl 41,95 per maand voor een alleenstaande.
De familie heeft de oorlog in de Keet meegemaakt. De keet werd aangeboden door de familie van der Moer en had men ook de beschikking over een schuurtje en bezat een paard. Op 8 april 1945 werd de keet beschoten door de Canadezen, die het op Duitsers hadden gemunt, maar die waren er natuurlijk niet, die lagen verscholen achter de bossingel. Diverse kogels doorboorden de keet en vader Mensing werd op een haar na niet geraakt. De inwonende kleinzoon Tinus ging kijken wat er aan de hand was en kwam de keet weer binnen rennen en vertelt Berend dat het paard bloedt. Berend gelooft het verhaal niet, maar gaat toch even mee om te kijken. Aangekomen in het schuurtje ligt het paard al dood op de grond. De kogels waren niet alleen door de keet geschoten, maar ook door het schuurtje.
Omdat het paardenvlees vanwege het bloed niet meer geschikt was voor consumptie moest het worden begraven. Er werden twee kleine kromme boompjes gekapt en daar werden planken op getimmerd, zodat er een soort brandcard werd gemaakt. Samen met de buurman en diens paard werd het kadaver vervoert naar de bossingel en daar begraven.
Het was weer een aanlag op de portemonnee van de familie.
19451122 krant PDAC Belgmerrie te koop Mensing
Het verhaal dat de Keet tijdelijk werd bewoond, omdat de boerderij in 1922 was afgebrand, komt niet overeen met de gegevens die in dit onderzoek naar boven komen. Het lijkt er meer op dat de Keet werd betrokken omdat de 5-jaarlijkse pacht op Vredenheim niet opnieuw aan Mensing werd gegund en men noodgedwongen andere woonruimte moest hebben en dit in oorlogstijd.
1947
Dezelfde dochter die in 1938 een ongehuwde moeder werd, beviel in 1947 van een dochter. Opnieuw was er geen vader die zijn verantwoordelijkheid nam. Moeder werkte als dienstmeid bij een vooraanstaande gezagvoerder van
de koopvaardij en is die periode bezwangerd. Alle “verdenkingen” gingen naar “de heer des huizes”, waar dochter werkzaam was. Als er “zwijggeld” zou zijn betaald, dan heeft de familie woord gehouden, want er werd niet over
gesproken. In een kleine gemeenschap als Grolloo was en is, werd hierover (natuurlijk) gepraat of geroddeld zoals u wilt. Raar natuurlijk dat het meisje het moest ontgelden met waardeoordelen en niet de vader die er voor
wegloopt. “Wel de lusten, maar niet de lasten”. Tegenwoordig noemt men dit misbruik maken van de machtspositie (#me2).
In bovenstaande leest u "de heer des huizes" en dat doet vermoeden dat het om Lambertus van der Moer zou gaan. De heer Van der Moer was in 1946 rond de leeftijd van 72 jaar. In het verhaal van Janice Heininga wordt verwezen naar Abraham, de zoon van. Meer van vermoedens zijn er op dit moment niet, maar het leek mij toch goed dit op deze plaats te noemen. - Red. Bertus Reinders - Foto rechts Bram van der Moer
Kort daarop is dochter dan ook maar verhuisd naar Assen en is bij haar zus/zwager gaan wonen. Vervolgens een jaar later een nieuw gezin gesticht, maar veel te vroeg op 39-jarige leeftijd aan een hersenbloeding is overleden.
Haar 12-jarige (vaderloze) dochter nam de zorg van de vijf jonge broertjes en zusjes op haar.
1947-1950
Er werden nieuwe huurwoningen aan de Zuiderstraat gebouwd. Berend en Aaltje mochten als eerste bewoners van nummer 9, daar komen wonen. Hun ongehuwde zoon, Harm en kleinzoon Tinus woonden altijd nog bij hun. Mogelijk droeg men nog bij in de huishouding, wat destijds heel normaal was. De keet ging terug naar van der Moer.
Aaltje heeft hier tot ca 1969 gewoond.
19490326 krant PDAC banden te koop
19491022 krant PDAC ruimot te koop Mensing
1950
19500429 krant PDAC 40 jarig huwelijk Mensing Struik
19500527 krant PDAC dank 40 jarig huwelijk Mensing Struik
1953
19530321 krant PDAC guste koe te koop Mensing
1954
19540508 krant PDAC melkvaars te koop Mensing
19541120 krant PDAC guste koe en pink te koop Mensing
1955
Gezina Mensing, zus van Berend, overleed op 01-01-1955 in Groningen, wonend in Tynaarloo en werd 56 jaar.
Het adres Zuiderstraat 19 in onderstaande advertentie is een fout. Dit moet zijn Zuiderstraat 9.
19551126 krant PDAC 2de kalfskoe te koop Mensing
1956
Zoon Harm komen we tegen in onderstaande advertenties.
19560107 krant PDAC grammofoon te koop H Mensing
19560714 krant PDAC sproeibericht H Mensing
1959
19590418 krant PDAC weide voor 3 pinken Mensing
19590425 krant PDAC loonwerk rollen H Mensing
19590630 krant PDAC grasland te koop Mensing
19590926 krant PDAC 2 koeien te koop Mensing
1961
Berend komt op 81-jarige leeftijd te overlijden. Hij is thuis aan de Zuiderstraat overleden. Aaltje is hier samen met zoon Harm blijven wonen.
1964
Annechien Mensing, zus van Berend, overleed op 21-12-1964 in Assen en werd 72 jaar.
1965
Albert Mensing, broer van Berend, overleed op 03-02-1965 in Amen en werd 79 jaar.
1969
Aaltje verhuisde naar bejaardentehuis de Slingeborgh in Assen en verlaat Grolloo. Ook zoon Harm moest iets anders gaan zoeken.
1973
“Opoe Grolloo”, zoals zij in de familie heette, is 84 jaar geworden en in 1973 in Assen overleden. De kleinzoon noemde haar “Oortje”’, maar weet niet waar die bijnaam vandaan kwam.
Op het kerkhof in Grolloo ligt hun graf welke door vaderloze kleinzoon nog steeds wordt onderhouden.
De kinderen en kleinkinderen hebben altijd met liefde over Berend en Aaltje gesproken. Stonden klaar voor anderen, terwijl zij zelf voldoende zorgen hadden. Aan eten had men geen gebrek. Berend werkte ook als melkboer en kreeg wel eens wat mee van de Coöperatie.
De moeder van de oudere mevrouw Sijbring en andere dorpsgenoten verzamelden kleding die hun kinderen te klein waren en schonken die kleren aan het gezin Mensing, omdat ze het niet breed hadden.
Alles wijst er op dat de grote brand van 1922 meer heeft verwoest dan de acht afgebrande huizen.
Alle aanvullende informatie over de familie Mensing is welkom. Neem contact op via het contactformulier s.v.p.!
Berend en Aaltje gingen op reis met de reisvereniging. In veel plaatsen in Drenthe had je vroeger een reis vereniging. Een reisje, allemaal samen in een bus, was vaak het enige uitstapje in het jaar. Op de onderstaande foto's zien we, bij de heren, Berend als de eerste persoon links. Bij de dames is de derde dame van de linker zijde Aaltje.