Grolloo van verleden tot heden
DE ES
Sinds onheuglijke tijden is deze particulier bezit. De es is een meestal vlak tegen het dorp aangelegen stuk bouwland, waarop de boeren hun akkers hebben liggen.
De scheiding tussen de akkers was de kantvoor, meestal iets dieper uitgeploegd, met als vastpunt op beide lengte-einden een meer of minder dikke zwerfkei, meestal ingegraven in de hoeken. Wegen of sloten waren er heel vroeger niet veel. Deze zijn later gegraven en aangelegd. De hele es werd vroeger meestal bebouwd met rogge. Sommige stukken werden afgevredet (= rasteren) met wallen tegen loslopend vee. Soms werden de akkers daarnaar genoemd: de walakkers. Ook in Grolloo komt deze naam voor. De akkers lagen in wonderlijke patronen dooréén, wat natuurlijk verspreiding van het eigendom betekende.
Splitsing Amerweg - De Pol.
Door de slechte bereikbaarheid - de één moest vaak over vele andere percelen om zijn eigendom te bereiken - ging men vaak gelijktijdig oogsten. Daarvoor werd dan ook door de oudste volmacht het sein gegeven door op de boerhoorn te blazen.
De Amerweg voor de winkel van Hadders in 1938.
Het weiland was gemeenschappelijk eigendom van de Marke (de Meenthe genaamd), maar het inscharen van het vee was wel geregeld. Zo konden de grootste boeren ook het meeste vee inscharen. Geleidelijk aan veranderde dit en werd ook het grasland particulier bezit.
De heidevelden zijn het langst gemeenschappelijk Marke-bezit geweest. Dagelijks trokken hier de schepers met hun grote kudden schapen naar toe om die daar te laten grazen.
Toch bracht dit heideveld naar de mening van de regering niet genoeg op en zij drongen steeds meer aan op een scheiding van de uitgestrekte heidevelden, zodat ook dit particulier bezit zou worden. Bij de ene Marke ging dit sneller dan bij de andere en in Grolloo heeft deze scheiding plaats gevonden in het jaar 1859 ten overstaan van Notaris Anthony Homan te Vries.
De Boermarke van Grolloo heeft deze akte laten vermeerderen en hij is nu voor iedere belangstellenge te verkrijgen. Ook is hij beter leesbaar gemaakt. De ontginning van het heideveld waar het de regering om te doen was, nam echter eerst grote vormen aan met de komst van de kunstmest. Ook zijn er in de arme dertiger jaren vele hectares aan de Staat verkocht, die er bos in heeft geplant. Van de vele heide rondom het dorp Grolloo is nu dan ook maar weinig terug te vinden. Niet iedereen was blij met deze "veuroetgaank" waardoor al de heide verdween! Dichter Louis A. Roessingh maakte er een kanttekening bij op zijn manier met het volgende gedicht:
VEUROETGAANK
Ja krek alles weur hier offerd
Breede wegen, heid en heerd
Strubben, wal en zaandverstoeving
Alles weur verliekedeerd.
Dolkies wordt, mien golden iempies
Hier het leste slaggien scheurd
Veur dien sangen hoed, mien Drenthe
Hebt dien kinder 't geldt dan beurd
Dwelend zuuk ik nog de ressies
Die men overluut veur oes
En ik speul, as paartie kinder
Stillijk met een diggelhoes.
Uit 't Diggelhoes, van Gorcum & Comp. Assen
strubben = struiken
verliekedeerd = geëgaliseerd, geslecht
daolkies = binnenkort, straks
iempies = bijtjes
slaggien = perceel (hier heideperceel)
sangen hoed = paarse huid
paartie = sommige
diggelhoes = stellage waarin kinderen scherven te pronk zetten.